In 4 stappen inductief en deductief redeneren
Als je inductief redeneert creëer je een theorie, terwijl je met deductief redeneren een theorie test.
Inductief onderzoek doe je meestal als je onderzoek over de toekomst gaat en/of als er weinig literatuur te vinden is over jouw onderwerp.
Deductief onderzoek doe je als je onderzoek over het heden of verleden gaat en als er veel bestaande theorieën zijn die je met jouw onderzoek kunt testen.
Je kunt inductief en deductief onderzoek in je scriptie altijd met elkaar combineren.
Wat is inductief redeneren?
Inductief redeneren is een bottom-up methode van onderzoek. Hierbij kijk je vanuit een specifieke observatie of je een generalisatie kan vaststellen.
Als je tot een generalisatie wilt komen over een bepaald specifiek fenomeen dat je hebt geobserveerd dan ga je inductief redeneren.
Inductief redeneren in 4 stappen
1. Begin met een observatie
Hond A en B hebben vlooien.
2. Verzamel data en kijk of er een patroon te ontdekken is
Onderzoek bij 10.000 honden of ze vlooien hebben.
3. Stel een mogelijke hypothese op
Als ik 10.000 honden bestudeer en iedere hond heeft vlooien dan kan ik concluderen dat alle honden vlooien hebben.
4. Stel een theorie (generalisatie) op
Alle honden hebben vlooien.
Beperking van inductief redeneren
Hoewel de conclusie dat honden vlooien hebben logisch is, op basis van deze inductieve methode, hoeft de conclusie niet waar te zijn. Zodra de volgende hond die je onderzoekt geen vlooien heeft is de conclusie al ontkracht. Het is dus geen onweerlegbare conclusie dat alle honden vlooien hebben.
Als iemand zou zeggen ‘Sommige honden hebben vlooien, maar ik geloof niet dat alle honden vlooien hebben’ dan kan ik niet bewijzen dat het tegendeel waar is. De logische zekerheid van mijn conclusie hangt volledig af van mijn correcte interpretatie van het bewijs en de consistentie van het bewijs met eventueel volgende observaties.
Misschien had ik wel vlooien en kregen hierdoor alle 10.000 honden die ik heb bestudeerd vlooien, terwijl eigenlijk geen van de honden initieel vlooien had.
Een conclusie die is getrokken op basis van een inductieve methode kan zelden bewezen worden, maar wel ontkracht worden. De conclusie blijft een gefundeerde schatting.
Hoe groter je onderzoek hoe representatiever je onderzoek en conclusie.
Wanneer gebruik je inductief onderzoek?
Meestal is inductief onderzoek gericht op de toekomst. Met dit onderzoek voorspel je wat je in de toekomst aan zult treffen.
Bovendien gebruik je inductief onderzoek al snel wanneer ergens weinig onderzoek naar is gedaan. Er zijn dan nog geen theorieën die je kunt testen.
Wat is deductief redeneren?
Deductief redeneren is een top-down methode. Je gaat vanuit een generalisatie zoeken naar specifieke waardes. Met behulp van deductief onderzoek test je theorieën en hypotheses.
Deductief redeneren in 4 stappen
1. Begin met een theorie
Alle honden hebben vlooien.
2. Stel een hypothese op
Als alle honden vlooien hebben dan hebben mijn 5 honden ook vlooien.
3. Observeer/onderzoek/analyseer om de hypothese te testen
Ik onderzoek of mijn 5 honden ook vlooien hebben.
4. Bevestig of ontkracht de hypothese die je hebt opgesteld
Twee van mijn honden hebben geen vlooien, dus niet alle honden hebben vlooien.
Extra voorbeeld deductief redeneren:
- Alle dolfijnen kunnen zwemmen
- Suzan is een dolfijn dus Suzan kan zwemmen.
- Onderzoek of Suzan kan zwemmen.
- Ja, Suzan de dolfijn kan zwemmen. Hiermee bevestigen we de theorie dat alle dolfijnen kunnen zwemmen.
Beperking van deductief redeneren
Als je een deductief onderzoek doet, begin je altijd met een theorie. Als deze er nog niet is, dan kun je ook geen deductief onderzoek doen.
Bovendien mag je geen nieuwe elementen, nieuwe voorwaarden, introduceren. Dit betekent dat je niet het volgende mag stellen:
- Alle dolfijnen kunnen zwemmen.
- Suzan is een olifant en is grijs net als een dolfijn, dus Suzan kan zwemmen.
Dit is geen juiste deductieve redenatie. De dolfijn moet duidelijk zijn gedefinieerd en alleen op de juiste definitie van dolfijn kan een deductieve redenatie geïnitieerd worden.
Bovendien moet duidelijk zijn waarnaar verwezen wordt. Dit is in het volgende voorbeeld niet duidelijk:
- All men are rational beings.
- Therefore, no women are rational.
In dit geval slaat ‘men’ terug op mensen en niet op mannen. De introductie van een genderverschil is daarom verkeerd.
Zo is een juiste deductieve redenatie afhankelijk van de waarden die gebruikt worden. Het is dus uitermate belangrijk dat de definities en concepten die gebruikt worden duidelijk en valide zijn.
Wanneer gebruik je deductief onderzoek?
Deductief redeneren is meestal gericht op het verleden of op het heden. Er bestaat al een theorie.
Bovendien gebruik je deductief onderzoek eerder wanneer er veel literatuur beschikbaar is. Je hoeft dan immers niet het wiel opnieuw uit te vinden.
Inductief en deductief onderzoek combineren
Zoals je ziet in het voorbeeld met de vlooien kunnen conclusies uit een inductief onderzoek gebruikt worden in een deductief onderzoek. Dit zijn dan twee kleine deelonderzoeken in een groter geheel, zoals je scriptie.
Veel wetenschappers beginnen met een inductieve conclusie en gebruiken dan deductief onderzoek om de conclusie te bevestigen of ontkrachten.
Het gebeurt namelijk vaak dat er over een onderwerp al meerdere theorieën beschikbaar zijn, maar dat met behulp van empirisch onderzoek de informatie ook nog aangevuld kan worden.
Onderzoeksvragen en onderzoeksmethode bij inductief en deductief onderzoek
Bij inductie ga je van empirie naar theorie en met deductie van theorie naar empirie.
Let op dat inductie en deductie niet per se los van elkaar gezien moeten worden. Inductie en deductie kunnen in een scriptie altijd gecombineerd worden binnen een onderzoek om je inductieve conclusie te testen door deductief te redeneren.
Inductief of deductief onderzoek per type onderzoeksvraag
Welke onderzoeksmethoden horen bij inductief of deductief onderzoek
Zoals je ziet, kun je voor de overkoepelende onderzoeksmethoden kwantitatief en kwalitatief onderzoek zowel inductief als deductief redeneren in jouw scriptie.
Kiezen tussen inductief en deductief onderzoek
Als je onderzoeksmethode of onderzoeksvraag geen eenduidig antwoord geeft of jij inductief of deductief onderzoek doet, kun je gebruikmaken van onderstaande tabel.
Vraag | Inductief redeneren | Deductief redeneren |
---|---|---|
Waar gaat je onderzoek over? | Over de toekomst | Over het heden of verleden |
Hoeveel literatuur is er? | Weinig literatuur beschikbaar | Veel literatuur beschikbaar |
Wat wil je bereiken? | Een nieuwe theorie opzetten | Een bestaande theorie testen |
4 reacties
Elena
10 november 2020 om 13:34Dag Lou,
Ik vroeg me af of het ook mogelijk was om een kwalitatief onderzoek te doen op een deductieve manier? Graag zou ik gebruik maken van diepte interviews om zo een bredere mening van de dokters te leren kennen.
Leon Smits (Scribbr Team)
10 november 2020 om 16:36Hoi Elena,
Ja, dat kan. Het is alleen niet heel gebruikelijk.
Wat je beschrijft in je vraag past niet zo goed bij elkaar: diepte interviews om een bredere mening te ontdekken.
Als je breed onderzoek wilt doen raad ik je aan om enquêtes te gebruiken.
Groetjes,
Leon
Jesse
8 september 2020 om 10:49Hoi Lou,
Duidelijk artikel en goed helder geschreven! Bedankt daarvoor.
Toch wil ik een beetje mierenneuken:
- Therefore, no woman are rational.
In deze zin stel je dat 1 vrouw (womAn) meervoud is.
WomEn is meervoud en is dus de juiste vorm 'als' je de werkwoordsvorm 'are' gebruikt.
Leon Smits (Scribbr Team)
8 september 2020 om 18:49Hoi Jesse,
Fijn dat je wat aan het artikel hebt gehad!
En bedankt voor je opmerking, altijd fijn als er nog een extra paar ogen meeleest. Ik heb het aangepast!
Groetjes,
Leon