Retoriek & Retorica | Betekenis, Soorten & Voorbeelden

Retorica is de kunst van het overtuigend schrijven en spreken. De term is afkomstig uit het Oudgrieks en wordt ook wel vertaald met redenaarskunst. Retorica is ook tegenwoordig nog van groot belang voor politici, advocaten, filosofen, dichters en schrijvers.

Bij retorica gaat het om de vorm van de taal en niet per se om de juistheid van de inhoud. Het doel van retorica is om de ander te overtuigen van je standpunt.

Oorspronkelijk werd retorica gezien als een proces met vijf fasen voor de redenaar:

  1. Vinding (inventio): de redenaar stelt doelen vast en zoekt naar verschillende soorten argumenten.
  2. Ordening (dispositio): de redenaar zet de argumenten in de goede volgorde.
  3. Verwoording (elocutio): de redenaar kiest de juiste woorden voor het betoog.
  4. Geheugentraining (memoria): de redenaar leert het betoog uit het hoofd.
  5. Voordracht (actio): de redenaar draagt het betoog voor, waarbij de stem, gezichtsuitdrukking en houding van groot belang zijn.

Retoriek versus retorica

Retoriek en retorica zijn twee verwante termen. In principe hebben ze betrekking op hetzelfde, maar de term retoriek heeft een negatieve lading (connotatie). Retoriek verwijst tegenwoordig naar overdreven taalgebruik met clichés en onnodige stijlfiguren. Dit staat beter bekend als holle retoriek.

Stijlfiguren en stijlfouten

Retorica gaat vaak gepaard met stijlfiguren, zoals een alliteratie, oxymoron of contradictio in terminis. Bij een stijlfiguur zorgt de bijzondere vorm van de boodschap ervoor dat een boodschap beter overkomt of beter wordt onthouden.

Voorbeeld: Stijlfiguren
  • Alliteratie: Heerlijk, helder Heineken (herhaling van de eerste klank).
  • Oxymoron: Oorverdovende stilte (twee termen die met elkaar in tegenspraak lijken, maar het niet zijn)
  • Contradictio in terminis: Humane oorlog (twee woorden die met elkaar in tegenspraak zijn: een oorlog is nooit humaan).

Een stijlfout is, zoals de naam al zegt, een fout die tegen de goede stijl ingaat. Voorbeelden hiervan zijn een contaminatie, tautologie of pleonasme. Echter, veel dichters en schrijvers gebruiken deze stijlfouten opzettelijk om ergens de aandacht op te vestigen of als grapje. In dat geval worden stijlfouten als stijlfiguren gezien. In academische teksten, zoals een scriptie of essay, is het beter om geen stijlfouten te gebruiken.

Voorbeeld: Stijlfouten
  • Contaminatie: Optelefoneren (het is opbellen of telefoneren, optelefoneren is een verhaspeling).
  • Pleonasme: Aanwezige toeschouwers (toeschouwers zijn in de regel altijd aanwezig).
  • Tautologie: Ik wil tevens ook korting (tevens en ook betekenen hetzelfde).

Retorica en drogredenen

De klassieke retorica geeft adviezen waarin drogredenen gedoogd of zelfs aangemoedigd worden, omdat overtuigen belangrijker is dan de juistheid van de informatie. Een drogreden wordt daarom ook wel een retorische truc genoemd. Er zijn echter veel filosofen die deze drogredenen geanalyseerd en bekritiseerd hebben. Zij hebben handvatten gegeven om ze te herkennen, vermijden of weerleggen.

Bekende voorbeelden van drogredenen zijn:

  • Straw man fallacy (stropop-redenering)
  • Ad hominem (persoonlijke aanval)
  • Red herring (rode haring)
  • Vals dilemma
  • Onjuist beroep op autoriteit
  • Non sequitur
  • Tu quoque (jij-ook, jij-bak)
  • Bewijs van afwezigheid
  • Cirkelredenering
  • Ontduiken van bewijslast
  • Verkeerde vergelijking
  • Post hoc ergo propter hoc (erna, dus erdoor)
Wat vind jij van dit artikel?