Het kan voorkomen dat je een afwijkend stageverslag dient te schrijven. Zijn de richtlijnen van jouw studie aanzienlijk anders dan onze voorbeelden van een onderzoeksstageverslag en een meewerkstageverslag? Dan kun je onderstaand schema invullen om de structuur van jouw stageverslag te bepalen.
Dit schema kun je uitprinten en bij de hand houden als je begint met schrijven. Op deze manier volgt jouw verslag sowieso een heldere structuur.
Als de omvang er duidelijk bij staat, zoals 1A4 bij het voorwoord, dan is het belangrijk dat je je hieraan houdt.
Gepubliceerd op
4 april 2023
door
Lou Benders.
Bijgewerkt op
10 november 2023.
In een reflectieverslag laat je zien wat je van je ervaringen hebt geleerd en wat voor invloed dat heeft op je denken en handelen. Je bespreekt je sterke en zwakke eigenschappen en je eigen ontwikkeling.
Voor veel opleidingen schrijf je regelmatig een reflectieverslag; meestal na een stage of voor een assessment. Vaak gebruik je hiervoor een model zoals de STARR-methode, het model van Korthagen of het ABCD-reflectiemodel.
In de conclusie van je stageverslag beschrijf je wat je van je stage vond en wat je ervan hebt geleerd. Ook geef je aan op welke manier je nog iets aan je stage denkt te hebben in de toekomst.
Bij een onderzoeksstage schrijf je een conclusie, discussie en aanbevelingen. Als je geen onderzoek hebt gedaan, schrijf je de conclusie van je stageverslag in ongeveer 300 tot 700 woorden:
wat je uiteindelijk van je stage hebt geleerd (de leerdoelen die je hebt behaald),
wat je ervan vond,
hoe goed je studie aansluit op je stage en eventueel het werkveld,
en wat voor gevolgen deze stage heeft gehad voor jouw visie op de toekomst.
Je schrijft dus een conclusie over je stage voor jezelf en om te laten zien aan je begeleider wat je ervan meeneemt in je (studie)loopbaan.
In je inleiding van je stageverslag bespreek je waarom je je stage loopt, wat de stageopdracht inhoudt en bij welk stagebedrijf je stage loopt. Dit is het eerste hoofdstuk van je stageverslag. Je inleiding is ongeveer 800 woorden lang en gaat in op:
Aanleiding
Opdracht en werkzaamheden
Opdrachtgever en stagebegeleider
Onderzoeksprobleem (onderzoeksstage)
Stage- en leerdoelen en (bij onderzoeksstage) onderzoeksdoelstelling
Belanghebbenden bij het onderzoeksprobleem (onderzoeksstage)
Zorg ervoor dat je voorwoord niet langer is dan 4 à 5 alinea’s en maximaal 300 woorden bedraagt. Wees bovendien consistent wanneer je namen schrijft: óf altijd voornaam en achternaam, óf alleen achternamen.
Je eindigt je voorwoord met je naam, plaats en datum.
In ieder stageverslag moet je een hoofdstuk opnemen waarin je jouw stagebedrijf en de externe omgeving beschrijft. Je gaat hierbij in op de kenmerken van de organisatie die nodig zijn om de lezer een goed beeld te geven van de organisatie, en die relevant zijn voor jouw stage en/of onderzoek.
Gepubliceerd op
3 april 2023
door
Lou Benders.
Bijgewerkt op
1 mei 2023.
In je stageverslag beschrijf je aan je stagebegeleider wat je in je stage hebt gedaan en geleerd. Aan het eind van een stage voor mbo, hbo en universiteit beschrijf je in je stageverslag, afhankelijk van de eisen van je opleiding:
je stagebedrijf,
je stageopdracht, werkzaamheden en ontwikkeling,
je onderzoek.
Als je tijdens je stage onderzoek hebt gedaan (een onderzoeksstage), biedt je stageverslag bovendien inzicht in een probleem van je stagebedrijf. Een stageverslag is gemiddeld 4000 tot 6000 woorden lang, afhankelijk jouw opleiding.
Vaak krijg je op basis van je stageverslag een cijfer voor je stage van je stagebegeleider.
Gepubliceerd op
15 maart 2023
door
Lou Benders.
Bijgewerkt op
13 november 2023.
De STARR-methode is de meestgebruikte methode om te reflecteren op je eigen handelen, bijvoorbeeld in een reflectieverslag. STARR staat voor situatie, taak, actie, resultaat en reflectie.
Als je de STARR-methode gebruikt, geef je antwoord op vragen over de situatie, taak, actie, het resultaat en de reflectie.
Gepubliceerd op
15 maart 2023
door
Lou Benders.
Bijgewerkt op
6 november 2023.
Het model van Korthagen is een methode die je kunt gebruiken in je reflectieverslag om te reflecteren op je handelen. Het reflectiemodel van Korthagen bestaat uit 5 stappen:
Je ervaart een betekenisvolle situatie.
Je blikt hierop terug; de reflectie.
Je begrijpt de meest belangrijke kenmerken van de ervaring.
Je bedenkt wat anders zou kunnen in het vervolg; alternatieven.
Je probeert deze alternatieven uit in de praktijk.
Vervolgens doe je een nieuwe ervaring op waarop je weer kunt reflecteren en begin je weer bij stap 1.