Starten met je scriptie in zes simpele stappen | Uitleg

Als je gaat starten met je scriptie, kan het moeilijk zijn om te weten waar je moet beginnen. Er zijn enkele duidelijke stappen die je kunt volgen om goed te beginnen:

  1. Kies een stageadres of opdrachtgever
  2. Bepaal je onderwerp
  3. Identificeer je probleem- en doelstelling in je probleemoriëntatie
  4. Stel de hoofd- en deelvragen op
  5. Maak je onderzoeksopzet
  6. Leg alles vast in je onderzoeksplan

Starten met je scriptie stappen

Deze stappen vormen samen het vooronderzoek voor het schrijven van je scriptie en zorgen ervoor dat je een sterke basis legt voor je onderzoek.

Je eindigt je vooronderzoek met het onderzoeksplan (i.e., plan van aanpak (hbo) of onderzoeksvoorstel (wo)) waarin de probleemoriëntatie en onderzoeksopzet beschreven staan. Zodra je onderzoeksplan wordt goedgekeurd door je begeleider, kun je starten met je scriptie.

Stap 1: Kies een stageadres of opdrachtgever

Je kunt je scriptie schrijven in opdracht van een opdrachtgever. Je opdrachtgever is de persoon die de opdracht verstrekt en er veel belang bij heeft dat het vraagstuk wordt opgelost of de vraag wordt beantwoord. Diegene moet ervoor zorgen dat je de mogelijkheden krijgt om je onderzoek te kunnen uitvoeren. Vaak is de opdrachtgever een leidinggevende bij een bedrijf of organisatie, zoals je stage.

Of je een opdrachtgever moet zoeken, is afhankelijk van de eisen van je opleiding en je eigen voorkeur:

  • Voor hbo-studenten is het gebruikelijk dat ze op zoek moeten naar een bedrijf of organisatie waar ze stage kunnen lopen en een scriptie kunnen schrijven.
  • Studenten aan de universiteit moeten vaak eerst bepalen of ze hun scriptie voor een organisatie willen (en kunnen) schrijven, of alleen voor de universiteit. In het laatste geval is de opdrachtgever de begeleider vanuit hun opleiding.

Een opdrachtgever kan bijvoorbeeld zijn:

  • de directeur of interne begeleider bij een school;
  • het hoofd van de afdeling Marketing bij een commerciële organisatie;
  • het hoofd van de afdeling Geestelijke Gezondheidszorg bij een hulpverleningsinstelling;
  • een begeleider of de hoogleraar van de hogeschool of universiteit.
Let op
Als je je scriptie voor een organisatie of bedrijf schrijft, dan betekent dit dat je naast je opdrachtgever ook nog een inhoudelijke scriptiebegeleider hebt op school. Dit betekent dat je goed moet letten op de eisen van je onderwijsinstelling en dat je je begeleider regelmatig moet informeren over de voortgang.

    Hoeveel fouten bevat jouw scriptie?

    De taalexperts van Scribbr verbeteren gemiddeld 150 fouten per 1000 woorden. Benieuwd wat er precies wordt verbeterd? Verschuif de cursor van links naar rechts!

    Scriptie nakijken op taal

    Stap 2: Bepaal je onderwerp

    Nu je de opdrachtgever hebt gevonden, ga je een onderwerp kiezen. Niet alle studenten hoeven in dezelfde fase en op dezelfde manier hun onderwerp te bepalen. Het kan zijn dat je al een onderwerp moet hebben voordat je goedkeuring krijgt van je begeleider om te beginnen met je afstuderen. Soms ga je pas op zoek naar een onderwerp als je al enige tijd stage loopt bij een organisatie.

    In sommige gevallen draagt de opdrachtgever al een onderwerp of praktijksituatie aan. Ook op de universiteit kan het gebeuren dat een begeleider al een lijst met onderwerpen biedt. In andere gevallen heb je zelf wellicht al een onderwerp bedacht en probeer je juist een begeleider te vinden die geïnteresseerd is in jouw onderwerp. In dat geval draai je stap 2 en stap 1 om.

    Moet je je onderwerp helemaal zelf verzinnen? Dan vereist dit proces wat vooronderzoek. Bij je keuze voor een scriptieonderwerp moet je rekening houden met de volgende aspecten:

    Volg ons stappenplan om je onderwerp te bepalen

    Stap 3: Identificeer je probleem- en doelstelling in je probleemoriëntatie

    Nu je een opdrachtgever en een onderwerp hebt, kun je starten met de probleemoriëntatie. In je probleemanalyse bespreek je de aanleiding en context, de achtergrond, de afbakening en de relevantie van je vraagstuk. Deze beschrijving leidt vervolgens tot een goed afgebakende:

    • Probleemstelling: Wat is het probleem dat moet worden opgelost?
    • Doelstelling: Wat moet het onderzoek opleveren en waarom moet het worden uitgevoerd?
    Tip
    Bekijk ook onze uitgebreide artikelen met een stappenplan voor een probleemoriëntatie en een voorbeeld van een probleemoriëntatie.

        Stap 4: Stel de hoofd- en deelvragen op

        Je weet nu wat het probleem is en waarom een onderzoek nodig is. Met behulp van je probleemanalyse en probleemstelling, stel je de hoofdvraag en deelvragen op:

        1. Hoofdvraag formuleren
          Je begint met het formuleren van een hoofdvraag die relevant is voor je scriptieonderwerp. De hoofdvraag is de centrale onderzoeksvraag van je scriptie. Dit is de vraag die je met je onderzoek wilt beantwoorden. Een goede hoofdvraag is onderzoekbaar, haalbaar, origineel, complex, relevant, specifiek en focust zich op één probleem. Als je niet weet waar je moet beginnen, kun je onze voorbeelden van hoofdvragen bekijken.
        2. Deelvragen opstellen
          Om antwoord te kunnen geven op je hoofdvraag, splits je de hoofdvraag op in behapbare deelvragen. Alle antwoorden op de deelvragen dragen bij aan het antwoord op de hoofdvraag. Bij sommige scripties hoef je geen deelvragen op te stellen, maar geef je wel losse hypothesen met je (deel)verwachtingen.
        3. Optioneel: Conceptueel model maken
          Om de verwachte oorzaak-gevolgrelatie visueel te weergeven, kun je gebruikmaken van een conceptueel model.

          Verschil tussen probleemstelling, doelstelling en hoofdvraag

          Houd er rekening mee dat er een duidelijk verschil is tussen de probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvraag:

          Overzicht onderdelen probleemanalyse

          probleemorientatie doelstelling probleemstelling hoofvraag deelvragen onderzoeksvragen

          Lees waarom zo veel studenten Scribbr inschakelen

          Ontdek nakijken op taal

          Stap 5: Maak je onderzoeksopzet

          Als je weet welke vraag je wilt beantwoorden met je onderzoek, kun je bepalen hoe je dat gaat doen in je onderzoeksopzet. In je onderzoeksopzet leg je uit met wie, waar, wanneer en hoe je je onderzoek gaat uitvoeren. In andere woorden, je beslist:

          De beslissingen die je maakt in je onderzoeksopzet zijn afhankelijk van het onderwerp en de doelstelling van je onderzoek. Wil je bijvoorbeeld een oorzaak-gevolgrelatie vaststellen, generaliseerbare conclusies trekken of de details van een specifieke context onderzoeken?

          Op basis van je eerder verzamelde informatie beslis je hier of je kwantitatieve of kwalitatieve methoden toepast, of je gebruikmaakt van primaire of secundaire data, en of je een experimenteel onderzoek, een literatuurstudie of een ander soort onderzoek uitvoert.

          Stap 6: Leg alles vast in je onderzoeksplan

          Uiteindelijk verzamel je alle informatie uit de vorige stappen en leg je alles vast in een onderzoeksplan dat je voorlegt aan je opdrachtgever en aan de begeleider van je opleiding. Je onderzoeksplan bestaat uit (1) je probleemoriëntatie en (2) je onderzoeksopzet. Een onderzoeksplan kan op twee verschillende manieren worden opgeschreven:

          Beide vormen van een onderzoeksplan bevatten een beschrijving van de achtergrond, context en relevantie van het vraagstuk, de probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvragen, en je onderzoeksmethoden en -ontwerp.

          Daarnaast heeft een onderzoeksplan meestal ook een tijdsplanning en een voorlopige literatuurlijst. Bij praktijkgericht onderzoek wordt het plan van aanpak vaak uitgebreid met een organisatieomschrijving.

          Plan van aanpak|Onderzoeksvoorstel

          Tip
          Twijfel je over de opbouw en het taalgebruik van je onderzoeksplan? Maak dan gebruik van onze Nakijkservice. Onze Scribbr-editors helpen je graag. Zij kunnen feedback geven op de structuur en rode draad van je tekst en kijken je onderzoeksplan na op taal.
          Wat vind jij van dit artikel?