Validiteit in je scriptie
In een valide onderzoek meet je met je onderzoeksmethode wat je wil meten. Wanneer je de validiteit van je onderzoek test, ga je na in hoeverre de resultaten uit je onderzoek overeenkomen met de werkelijkheid.
Validiteit is niet hetzelfde als betrouwbaarheid. Bij validiteit gaat het om de juistheid van de resultaten, bijvoorbeeld of de meetschaal waarmee je hebt gemeten juist is afgesteld. Bij betrouwbaarheid gaat het om de consistentie van de meting, oftewel of de weegschaal steeds hetzelfde resultaat geeft als een persoon met hetzelfde gewicht er meerdere keren op gaat staan.
Inhoudsopgave
- Bepalen welke soorten validiteit van toepassing zijn
- Indruksvaliditeit
- Inhoudsvaliditeit
- Begripsvaliditeit of constructvaliditeit
- Criteriumvaliditeit
- Ecologische validiteit
- Discriminante validiteit
- Interne validiteit
- Externe validiteit
- Validiteit van je onderzoek beargumenteren
- Waar in je scriptie schrijf je over de validiteit?
- Validiteit per onderzoeksmethode
- Veelgestelde vragen over validiteit
Bepalen welke soorten validiteit van toepassing zijn
Voordat je uitspraken kunt doen over de validiteit, moet je bepalen welke van de zeven soorten validiteit op jouw scriptie van toepassing zijn. Bespreek dit met je begeleider. Hierbij geldt dat de indruksvaliditeit, inhoudsvaliditeit, begripsvaliditeit en interne validiteit altijd van toepassing zijn.
Mocht je begeleider je hierbij niet kunnen helpen, dan kun je het soort validiteit bepalen op basis van de eisen die aan de uitkomsten van jouw scriptie gesteld worden.
Type validiteit | Uitleg |
---|---|
Indruksvaliditeit | Je moet de indruk hebben dat je meting valide is en dit kunnen onderbouwen. |
Inhoudsvaliditeit | Je moet aangeven in hoeverre je onderzoeksinstrument volledig heeft gemeten wat gemeten moest worden. |
Begripsvaliditeit/ constructvaliditeit | Je moet kunnen aantonen dat je onderzoeksinstrument daadwerkelijk het begrip of het construct dat je wilde meten, heeft gemeten of mogelijk (gedeeltelijk) iets anders. |
Criteriumvaliditeit | Je moet je resultaten met externe criteria vergelijken door te kijken naar de concurrentievaliditeit en predictieve validiteit. |
Ecologische validiteit | Je moet aangeven in hoeverre de testomstandigheden overeenkwamen met de dagelijkse praktijk. |
Discriminante validiteit | Je moet nagaan of je resultaten mogelijk afhangen van een andere variabele door te kijken naar jouw resultaten en andersoortig onderzoek. |
Interne validiteit | Je moet aantonen dat je correct geredeneerd hebt en dat je resultaten over de groep/het bedrijf/de specifieke situatie die je hebt onderzocht valide, ofwel waar zijn. |
Externe validiteit | Je moet de interne validiteit beargumenteren en beschrijven in hoeverre jouw resultaten te generaliseren zijn. |
Indruksvaliditeit
Indruksvaliditeit of ‘validiteit op het eerste gezicht’ is de mate waarin een instrument de indruk wekt iets relevants te meten. Als je een scriptie schrijft, krijg je vaak te maken met deze vorm van validiteit.
Het gaat erom dat het instrument waarmee je gaat meten geschikt is voor jouw onderzoeksdoel. Dit is niet iets wat je wetenschappelijk kunt aantonen, maar wat je wel kunt beredeneren.
Inhoudsvaliditeit
De inhoudsvaliditeit is de mate waarin de aspecten van het te meten begrip volledig gemeten worden met je onderzoeksinstrument. Dit wordt ook wel “dekking” genoemd.
Deze vier punten moet je daarom gezamenlijk in je onderzoeksinstrument opnemen om alle aspecten van fitheid te kunnen meten. Een vragenlijst alleen is niet voldoende.
Begripsvaliditeit of constructvaliditeit
De begripsvaliditeit, ook wel constructvaliditeit genoemd, geeft aan in hoeverre het instrument datgene meet wat beoogd wordt te meten. Meet het instrument het bedoelde begrip of, gedeeltelijk of meet het (deels) iets anders?
Het is hierbij van belang dat je het begrip of de begrippen operationaliseert door deze af te bakenen en in het geval van abstracte concepten te definiëren, zodat precies duidelijk is wat je onderzoekt. Vervolgens koppel je dit begrip aan andere begrippen. Op deze manier begrijpt de lezer de samenhang.
Statistiek en begripsvaliditeit
Met behulp van statistiek kun je de begripsvaliditeit aantonen:
- door de berekening van de Cronbach’s slpha of de uitvoering van een factoranalyse;
- door jouw resultaten te vergelijken met soortgelijk onderzoek door de correlaties te berekenen met SPSS of Excel.
Vraag daarom niet: “Wat vind je van de uitstraling van de universiteit?” Andere personen kunnen namelijk iets anders verstaan onder uitstraling. Beschrijf daarom wat je met uitstraling bedoelt. Dit doe je door bijvoorbeeld de volgende vragen te stellen in een survey met een 7-punts-Likertschaal.
De wijze waarop de universiteit zich presenteert aan studenten past bij de omgeving.
Eens | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | Oneens |
De huisstijl van de universiteit is modern.
Eens | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | Oneens |
Criteriumvaliditeit
Criteriumvaliditeit heeft te maken met de samenhang tussen twee testresultaten; het verwijst naar de overeenkomst tussen jouw meting en een andere meting (oftewel het criterium).
Het analyseren van de overeenkomst van een test met een criterium wordt ook wel “validering” genoemd. Hierbij bestaat een onderscheid tussen predictieve en concurrentievaliditeit.
Predictieve validiteit gaat over de mate waarin een eerdere test kan voorspellen wat volgens de theorie voorspeld moet kunnen worden. Concurrentievaliditeit daarentegen gaat in op de correlatie van de resultaten met de resultaten van soortgelijke tests die op hetzelfde moment zijn uitgevoerd.
Na een jaar worden de daadwerkelijk uitvalpercentages van studenten vergeleken met de resultaten van de intakes. Als de daadwerkelijke uitvalpercentages sterk overeenkomen met de het percentage kinderen van gescheiden ouders zoals bleek uit de test aan het begin van het jaar dan is de criteriumvaliditeit van de test hoog.
Ecologische validiteit
Ecologische validiteit gaat over de mate waarin de meetresultaten representatief zijn voor de alledaagse praktijk en dus niet alleen gelden binnen de testomgeving.
Als je de ecologische validiteit wilt waarborgen, wil je dat je test tot resultaten leidt die ook naar voren zouden zijn gekomen als de test in de alledaagse praktijk zou zijn afgenomen.
Discriminante validiteit
Wanneer de discriminante validiteit gewaarborgd is, betekent dit dat je resultaten daadwerkelijk veroorzaakt zijn door de variabelen die jij hebt onderzocht.
Om deze validiteit te testen, ga je na of er geen andere variabelen zijn geweest die hier mogelijk een invloed op hebben gehad. Dit kun je nagaan in de literatuur of met een extra test.
Om zeker te zijn dat dit de oorzaak is, ga je na of niet ook het verschillende voer (granen tegenover weidegras) hierop invloed heeft.
Interne validiteit
Een onderzoek is intern valide als je het onderzoek zodanig goed hebt opgezet en uitgevoerd dat je conclusies voor waar kunnen worden aangenomen.
Interne validiteit wordt ook wel methodologische validiteit genoemd. Het zegt dus iets over de kwaliteit van je methode, dataverzameling en analyse.
Is de interne validiteit hoog, dan moet de kwaliteit van de conclusies ook hoog zijn.
Interne validiteit en voorbeelden
Externe validiteit
Als de resultaten van je onderzoek gegeneraliseerd kunnen worden, zijn ze extern valide. Generaliseren betekent dat de conclusies voor een grotere groep of algemenere situatie kunnen gelden in plaats van alleen voor de onderzochte groep of situatie.
Vooral bij kwantitatief onderzoek heb je vaak te maken met externe validiteit. Door de interne validiteit te waarborgen en onder andere een juiste steekproefgrootte, verhoog je de kans dat het onderzoek extern valide is.
Externe validiteit en voorbeelden
Validiteit van je onderzoek beargumenteren
Om de validiteit van je onderzoek in je scriptie te waarborgen en bewijzen, bespreek je de validiteit en hoe je dit getest hebt in je methodologie of in je discussie.
Indruksvaliditeit: Dit onderzoek heeft zoals beoogd specifiek X gemeten. Daarom kan gesteld worden dat dit onderzoek valide is.
Inhoudsvaliditeit: Doordat er een significant verschil bestaat tussen X en Y op basis van de vier testen die zijn uitgevoerd om te garanderen alle informatie over X te verzamelen, kan gesteld worden dat dit onderzoek valide is.
Begripsvaliditeit: Zoals blijkt uit de factoranalyse is dit onderzoek met een score van X valide.
Begripsvaliditeit: De validiteit van dit onderzoek is gewaarborgd door middel van een manipulatiecheck om…
Criteriumvaliditeit: De resultaten van dit onderzoek komen overeen met de resultaten uit studies Z en G. Op basis hiervan kan gesteld worden dat de resultaten valide zijn.
Ecologische validiteit: De resultaten zijn valide doordat de respondenten in een setting zijn ondervraagd die overeenkomt met hun situatie op de werkvloer.
Discriminante validiteit: Zo is met methode Z uitgesloten dat ook V van invloed is op de uitkomst van C. Om deze reden kan gesteld worden dat de resultaten uit dit onderzoek valide zijn.
Interne validiteit: Het onderzoek is valide omdat de veelvuldig bewezen methode G is gebruikt en de resultaten zijn geanalyseerd door F. Uit studies H, K, L en M is gebleken dat dit een succesvolle manier is om fenomeen Z te onderzoeken.
Externe validiteit: Op basis van de grootte van de steekproef kunnen de resultaten van dit onderzoek gegeneraliseerd worden en kan geconcludeerd worden dat…
Waar in je scriptie schrijf je over de validiteit?
Je beschrijft de validiteit van je onderzoek in je methodologie of in je discussie, afhankelijk van jouw studierichtlijnen.
Mocht je erachter komen dat je onderzoeksinstrument niet heeft gemeten wat het moest meten, dan is er sprake van een systematische fout (bias). Als dit zo is, kun je geen harde conclusies trekken over je onderwerp en beschrijf je deze fout in de beperkingen in je discussie.
Validiteit per onderzoeksmethode
- Validiteit bij literatuuronderzoek
- Validiteit en betrouwbaarheid bij een enquête
- Validiteit in interviews
Veelgestelde vragen over validiteit
- Wat is het verschil tussen validiteit en betrouwbaarheid?
-
Bij validiteit gaat het om het meten wat je beoogt te meten. Bij betrouwbaarheid daarentegen gaat het om de vraag of je onderzoeksresultaten hetzelfde zouden zijn als je het onderzoek op dezelfde wijze nogmaals uitvoert.
- Ik heb kwantitatief onderzoek gedaan: hoe toon ik hierbij de validiteit aan?
-
Zorg er altijd voor dat de indruksvaliditeit, inhoudsvaliditeit, begripsvaliditeit en interne validiteit gewaarborgd zijn om aan te tonen dat je gemeten hebt wat je wilde meten, dat je conclusies waar zijn en dat je methoden valide zijn.
Ook is het bij kwantitatief onderzoek vaak van belang dat je de externe validiteit waarborgt om de resultaten te generaliseren. Tot slot heb je nog de optie, afhankelijk van je studierichtlijnen, om de criteriumvaliditeit en ecologische validiteit aan te tonen. Beschrijf of de validiteit is gewaarborgd in je methodologie of je discussie.
- Ik heb kwalitatief onderzoek gedaan: hoe toon ik hierbij de validiteit aan?
-
Bij kwalitatief onderzoek zorg je er sowieso voor dat de indruksvaliditeit, inhoudsvaliditeit, begripsvaliditeit en interne validiteit gewaarborgd zijn om aan te tonen dat je gemeten hebt wat je wilde meten, dat je conclusies waar zijn en dat je methoden valide zijn.
Je kunt met kwalitatief onderzoek niet de externe validiteit aantonen. Of je de criteriumvaliditeit en ecologische validiteit moet aantonen is afhankelijk van je studierichtlijnen. Beschrijf of de validiteit is gewaarborgd in je methodologie of je discussie.
- Wat doe ik als mijn onderzoek niet valide is?
-
Als je onderzoeksresultaten niet valide zijn en je de validiteit dus niet kunt bewijzen, dan geef je dit aan in de beperkingen in je discussie. Er is dan sprake van systematische fouten (bias) in je studie.
Als je hierdoor concludeert dat je op basis van je bevindingen geen harde conclusies kunt trekken, dan lever je toch een bijdrage aan de bestaande wetenschappelijke en praktische kennis. Op basis van jouw onderzoek kan in vervolgonderzoek deze systematische fout vermeden worden om wel tot valide resultaten te komen.
2 reacties
Stefanie
28 juni 2020 om 19:17Hallo Scribbr,
Ik heb een vraag over de validiteit van een artikel en hopelijk kunnen jullie mij helpen, het gaat om het volgende artikel:Assessing the Reliability and Validity of a Shorter Walk Test Compared With the 10-Meter Walk Test for Measurements of Gait Speed in Healthy, Older Adults.
Hierbij wordt aangegeven dat het artikel betrouwbaar is met een ICC van 0.98
Echter bij het stukje validiteit kom ik er niet uit, er wordt namelijk geschetst dat de 10 mwt wordt aangeraden om te gebruiken voor loopsnelheid, echter kan ik dit niet helemaal teruglezen.
Geldt dan dit stukje voor het bepalen van de validiteit:
Standard error of the measurement (SEM) values were small (0.004-0.008 m/s) across measurement methods. While the ICC value for gait speed measurements between the 2 walk tests was 0.93, the Bland-Altman analysis revealed a discrepancy of ±0.15 to ±0.17 m/s between measurement methods.
Ik hoor graag.
Leon Smits (Scribbr-team)
29 juni 2020 om 14:13Hoi Stefanie,
Ik heb geen verstand validiteit binnen bewegingsonderzoek bij ouderen, maar als dit artikel gepubliceerd is in een wetenschappelijk tijdschrift, mag je ervan uitgaan dat het onderzoek valide is uitgevoerd.
Groetjes,
Leon