Wat gebeurt er met de vorm van de chi-kwadraatverdeling als de vrijheidsgraden toenemen?

Als er slechts één of twee vrijheidsgraden zijn, heeft de chi-kwadraatverdeling de vorm van een omgekeerde “J”.

Als er drie of meer vrijheidsgraden zijn, heeft de verdeling de vorm van een rechtsscheve bult (hump).

Naarmate het aantal vrijheidsgraden verder toeneemt, wordt de bult minder rechtsscheef en verschuift de piek van de bult naar rechts. De verdeling gaat steeds meer lijken op een normale verdeling.