Hoe verklein je het risico op een Type I-fout?

Het risico op een Type I-fout is gelijk aan het significantieniveau dat je kiest voor je onderzoek. Je vergelijkt de p-waarde met dit niveau om te bepalen of je resultaten statistisch significant zijn.

Het significantieniveau is meestal 0.05 of 5%. Dit betekent dat er een kans van 5% is dat de gevonden resultaten zouden voorkomen als de nulhypothese daadwerkelijk waar zou zijn.

Om het risico op een Type I-fout te verkleinen, verlaag je het significantieniveau alfa. Hiermee vergroot je wel het risico op een Type II-fout.