APA-format voor tabellen en figuren | Voorbeelden met uitleg
Een tabel geeft kort en begrijpelijk informatie (vaak getallen) weer in rijen en kolommen. Een figuur is iedere andere afbeelding of illustratie die je toevoegt aan je tekst. Dit kan een staafdiagram zijn, maar bijvoorbeeld ook een foto.
Tabellen en figuren brengen ieder op een andere manier informatie over, maar bij een tekst in APA-stijl krijgen ze een gelijksoortige opmaak. Ze worden voorafgegaan door een nummer en titel en gevolgd door een verklarende noot (indien nodig).
Als je tabellen en figuren hebt overgenomen uit een bron dan is het belangrijk dat je deze bron duidelijk vermeldt.
Bekijk ons uitgebreide artikel over het overnemen van figuren en tabellen.
APA-opmaak voor tabellen
Afhankelijk van de data die je presenteert, kunnen tabellen variëren in grootte en structuur, maar APA heeft enkele algemene richtlijnen voor de opmaak. Als je op de juiste wijze een APA-tabel wilt opmaken, volg je deze regels:
- Het tabelnummer wordt dikgedrukt en komt boven de tabel te staan.
- De titel van de tabel wordt onder het nummer geplaatst (schuingedrukt en met een hoofdletter voor het eerste woord en alle kernwoorden (title case)).
- Gebruik geen verticale lijnen.
- Gebruik alleen horizontale lijnen als deze noodzakelijk zijn voor verduidelijking.
- Gebruik duidelijke, korte titels voor kolommen en rijen.
- Maak getallen consistent op (bijvoorbeeld hetzelfde aantal decimalen).
- Plaats relevante noten onder de tabel.
De volgende voorbeeldtabel is opgemaakt volgens de APA-richtlijnen.
De bovenstaande tabel heeft maar vier lijnen: een aan de bovenkant, een aan de onderkant en de twee lijnen die de data scheiden van de kolomtitels en de totalen.
Je kunt de tabel maken met de tools van je tekstverwerker. In Word kun je op “Invoegen” en daarna op “Tabel” klikken.
APA-opmaak voor figuren
Alle afbeeldingen die je toevoegt aan de tekst worden figuren genoemd. Dit geldt voor visuele weergaven van je data, zoals grafieken, diagrammen, kaarten, maar bijvoorbeeld ook voor foto’s en illustraties.
Je kunt deze regels volgen om een APA-figuur op de juiste wijze op te maken:
- Het figuurnummer wordt dikgedrukt en komt boven het figuur te staan.
- De titel van het figuur wordt onder het nummer geplaatst (schuingedrukt en met een hoofdletter voor het eerste woord en alle kernwoorden (title case)).
- Indien nodig worden duidelijke labels en legenda’s toegevoegd aan het figuur.
- Relevante noten worden onder het figuur geplaatst.
Het volgende voorbeeldfiguur is opgemaakt volgens de APA-richtlijnen.
Het is belangrijk om het design van je figuur zo simpel mogelijk te houden. Gebruik kleur als het nodig is, dus niet als je hiermee alleen de afbeelding aantrekkelijker wilt maken.
APA raadt aan om eventuele tekst in de afbeelding op te maken met een sans-serif-lettertype (zoals Arial) in een lettergrootte tussen de 8 en 14.
Voor andere figuren, zoals foto’s, is een legenda niet nodig. Hierbij bestaat het figuur simpelweg uit de afbeelding zelf in een gepaste grootte en resolutie.
Nummering en titelgeving van tabellen en figuren
Alle tabellen en figuren worden voorafgegaan door een nummer en titel.
Tabellen en figuren worden apart van elkaar genummerd in de volgorde waarin ze aan bod komen in je tekst. Zo is de eerste tabel waarnaar je verwijst Tabel 1 en het vierde figuur dat je noemt Figuur 4.
De titel hoort duidelijk en kort de inhoud van je tabel of figuur te beschrijven. Laat lidwoorden weg om de titel bondig te houden.
De nummers komen op een eigen regel te staan (dikgedrukt), gevolgd door de titel op de volgende regel (schuingedrukt en met een hoofdletter voor het eerste woord en alle kernwoorden (title case)).
Noten bij tabellen en figuren opmaken
Als een tabel of figuur extra uitleg nodig heeft, is het verstandig om direct na je tabel of figuur een noot toe te voegen. Hierin analyseer je niet de gepresenteerde data, want dit doe je in de hoofdtekst.
Er zijn drie soorten noten: een algemene, specifieke en significantienoot. Elk type noot komt in een nieuwe alinea te staan, maar meerdere noten van één soort komen in één alinea te staan.
Voeg alleen noten toe die nodig zijn om de tabellen en figuren te begrijpen. Het kan voorkomen dat ze al duidelijk zijn zonder toevoeging en dat je geen noot of alleen een significantienoot toevoegt. Het is belangrijk om zo kort en duidelijk mogelijk te zijn.
Algemene noten
Algemene noten komen eerst. Deze worden voorafgegaan door het woord “Noot” (schuingedrukt), gevolgd door een punt. Deze noten bevatten uitleg die van toepassing is op de tabel of het figuur als geheel en kunnen ook een verwijzing bevatten als je de bron (aangepast) hebt overgenomen uit een andere bron. Je eindigt bij deze noten met definities van gebruikte afkortingen.
Specifieke noten
Specifieke noten gaan over specifieke onderdelen van de tabel of het figuur. Je voegt letters in superscript (a, b, c, …) toe aan het begin van de noot en aan de gegevens in de tabel waarop de noot betrekking heeft. Ze worden gebruikt als het nodig is om iets te zeggen over een specifiek datapunt of begrip.
Significantienoten
Significantienoten geven p-waarden voor de data in de tabellen of figuren. Ze corresponderen met asterisken (*) en/of andere symbolen in de tabellen of figuren.
Waar moet je tabellen en figuren plaatsen?
Je hebt bij een tekst in APA-stijl twee opties om tabellen en figuren te plaatsen.
- Optie 1: Plaats tabellen en figuren in je hoofdtekst, kort nadat je het in je tekst over de desbetreffende informatie hebt.
- Optie 2: Plaats alle tabellen en figuren samen op het eind van je tekst (na de literatuurlijst) om te voorkomen dat je de tekst onderbreekt.
Als je tabellen en figuren door de tekst plaatst, mogen ze maar één keer worden opgenomen in de tekst. Als je vaker naar ze verwijst, voeg je ze niet steeds opnieuw toe. Je plaatst de tabel of het figuur na de alinea waarin je de informatie voor het eerst bespreekt.
Lijn de tabel uit met de tekst langs de linkermarge. Voeg voor en na tabellen en figuren een witregel toe om ze te onderscheiden van de hoofdtekst. Plaats ze indien nodig op een nieuwe pagina om te voorkomen dat figuren en tabellen gesplitst worden over meerdere pagina’s.
Als je al je tabellen en figuren op het eind van de tekst plaatst, reserveer je voor iedere tabel en ieder figuur een aparte pagina. Begin met alle tabellen, gevolgd door alle figuren.
Verwijzen naar tabellen en figuren in de tekst
Probeer in je tekst geen overbodige uitspraken te doen over je tabellen en figuren. Als je over data uit tabellen en figuren schrijft, dan doe je dit om een datapunt of trend uit te lichten of te analyseren. Je vat dus niet samen wat al duidelijk wordt weergegeven in de tabellen of figuren:
- Zoals Tabel 1 laat zien, zitten 115 jongens in Groep 3, 145 in Groep 4 en 117 in Groep 5.
- Tabel 1 laat zien dat er opvallend veel jongens in Groep 4 zitten. Het is belangrijk om hierbij stil te staan, omdat …
Verder verwijs je altijd naar tabellen en figuren door het nummer te noemen, ook al staan ze in de tekst. Je verwijst dus niet naar ze door de positie ten opzichte van de tekst te beschrijven of door de tabellen en figuren zelf te beschrijven.
- De onderstaande tabel toont …
- Tabel 1 toont …
- Zoals de afbeelding op pagina 4 laat zien …
- Zoals Figuur 3 laat zien …
- De foto van een koe is een voorbeeld van …
- Figuur 1 is een voorbeeld van …
Veelgestelde vragen
- Kan ik bronnen citeren in een bijlage?
-
Ja, in het geval van relevante bronnen kan en moet je naar de bronnen verwijzen in je bijlagen. Gebruik hetzelfde auteur-datumsysteem als in de hoofdtekst.
Alle bronnen die je citeert in de bijlage moet je ook opnemen in je literatuurlijst. Maak geen aparte literatuurlijst voor je bijlagen.
- Wanneer moet ik een tabel of figuur gebruiken om data te weergeven?
-
In een tekst in APA-stijl gebruik je een tabel of figuur als dit een duidelijkere manier is om belangrijke informatie te presenteren dan wanneer je de informatie zou beschrijven in de hoofdtekst. Dit is vaak het geval als je veel informatie moet overbrengen.
Voordat je tabellen of figuren toevoegt, moet je jezelf altijd afvragen of deze bijdragen aan het begrip van de tekst:
- Kan deze informatie kort worden samengevat in de tekst?
- Is de informatie belangrijk voor de punten die je wilt maken?
- Heeft het figuur of de tabel te veel uitleg nodig om efficiënt te zijn?
Als de data die je wilt presenteren maar enkele relevante getallen bevatten, kun je beter proberen om deze samen te vatten in de tekst (met wellicht een volledige weergave van de data in een bijlage). Als je tekst onnodig lang en moeilijk leesbaar wordt door de beschrijving van je data, kun je beter wel een tabel of figuur toevoegen.
- Moet ik een lijst van mijn tabellen en figuren toevoegen?
-
APA schrijft niet voor dat je een lijst van tabellen en figuren moet opnemen. Het kan toch handig zijn om deze toe te voegen als je tekst veel tabellen en/of figuren bevat en lang genoeg is voor een inhoudsopgave.
Een lijst van tabellen en figuren (in die volgorde) komt na je inhoudsopgave en wordt op eenzelfde manier vormgegeven.
- Moet ik tabellen en figuren opnemen in de literatuurlijst?
-
Als je een tabel of figuur aanpast of overneemt uit een andere bron, moet je die bron opnemen als bronvermelding in je literatuurlijst. Je moet de originele bron ook noemen in de noot of het bijschrift van je tabel of figuur.
Tabellen en figuren die je zelf hebt gemaakt en die je gebaseerd hebt op je eigen data worden niet opgenomen in je literatuurlijst.
Citeer dit Scribbr-artikel
Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.