7 essentiële tips die je moet lezen voordat je jouw scriptie inlevert

Het einde van je scriptie komt in zicht. Na vier of vijf maanden (of langer) schrijven en onderzoek doen ben je bijna klaar om je scriptie in te leveren.

Scribbr heeft voor jou een lijst samengesteld met de zeven belangrijkste dingen die je moet weten voordat je jouw scriptie inlevert. Zo vergroot je je kans op een zo hoog mogelijk cijfer! Wie wil dat nu niet? :)

1. Heb je de hoofd- en deelvragen beantwoord?

Aan het begin van je scriptie heb je een hoofdvraag opgesteld. Veel studenten zijn die hoofdvraag na een aantal maanden enigszins uit het oog verloren.

Voordat je je scriptie inlevert, is het dus slim om je hoofd- en deelvragen nog eens te bekijken en ze voor jezelf te koppelen aan het hoofdstuk waar het antwoord in staat.

Lukt dit? Helemaal goed, dan kan je dit punt afvinken. Zo niet, probeer dan waar nodig het antwoord op je hoofd- en deelvragen aan te vullen.

2. Wat kan de lezer (je afstudeerbedrijf) met jouw scriptie?

Je hebt een aantal maanden lang gewerkt aan je scriptie. Je hebt onderzoek gedaan en hebt inmiddels daarvan de resultaten verwerkt en een conclusie geschreven. Wat nu? Het hoofdstuk dat volgt is misschien wel het belangrijkste: de aanbevelingen en het implementatieplan.

Wat kan jouw afstudeerbedrijf precies met het onderzoek? Op welke manier kunnen en moeten zij jouw onderzoek gebruiken? Veel bedrijven willen deze vraag beantwoord zien en je scriptiebegeleider(s) beoordelen dit ook.

Schrijf een duidelijk en actiegericht plan, zodat jij er zeker van bent dat jouw scriptie niet in de kast belandt.

3. Streng nagekeken op (academisch) taalgebruik?

Veel hogescholen en universiteiten kijken niet alleen naar de inhoud van je scriptie, maar ook naar het (academisch) taalgebruik. Bij sommige opleidingen wordt het volledige document nagekeken en bij andere ‘slechts’ aan aantal pagina’s.

Afhankelijk van het beleid kan je door slecht taalgebruik je scriptie niet halen. Hierbij kun je denken aan het gebruik van ‘verboden’ woorden, dt-fouten of slechtlopende zinnen. Gelukkig zijn er taalexperts die je op dit gebied kunnen helpen.

Scriptieoverzicht heeft een handig artikel geschreven over het laten nakijken van je scriptie. Zo weet je waar moet je op letten en waar je het kan laten nakijken.

Bij Scribbr kan je je scriptie laten nakijken op taal, structuur, rode draad en zelfs APA-bronvermelding. Je kan zowel Nederlandse als Engelse scripties laten controleren. Don’t be ashamed, 25.000 studenten gingen je al voor! Gemiddeld worden er 150 correcties gedaan per 1.000 woorden.

Ontdek de nakijkservice

4. Gebruik je correcte bronvermelding? Voorkom plagiaat!

Je bent je er natuurlijk van bewust dat je voor alles wat je schrijft een bron moet hebben in je scriptie. Het verwijzen naar deze bronnen is alleen best lastig. Er zijn verschillende richtlijnen, maar de APA-stijl wordt het vaakst gebruikt.

Check voordat je jouw scriptie inlevert of alle bronnen in de tekst, maar ook zeker in de literatuurlijst goed zijn vermeld. Je kunt hiervoor gebruikmaken van de Scribbr APA-generator. Met een correcte bronvermelding overleef je de plagiaatcheck. Opleidingen zijn namelijk ontzettend streng als het gaat om plagiaat.

Wist je dat je ook zelf een plagiaatcheck kunt doen zonder dat je document in de database van je school komt?

Check mijn scriptie gratis op plagiaat

Ontvang feedback op taal, structuur, lay-out en bronvermelding

Professionele Scribbr-editors kijken je scriptie na op:

• Academisch taalgebruik
• Onduidelijke zinnen
• Grammaticale fouten
• Interpunctie
• Verboden woorden

Bekijk het voorbeeld

5. Verwijzen naar alle figuren, afbeeldingen en bijlagen

Je hebt ongetwijfeld gebruikgemaakt van figuren, tabellen en andere bijlagen in je scriptie. Een veelgemaakte fout is dat je hier niet naar verwijst. Er staat dan dus een tabel of figuur in je scriptie waarover een lezer (je beoordelaar) denkt: wat zou ik hiermee moeten?

Zorg er dus altijd voor dat je in de tekst verwijst naar ‘figuur 3’ of ‘bijlage 5’. Als je werkt met automatische bijschriften en nummering in Word dan kan je ook automatisch een figuren- en tabellenlijst laten genereren.

6. Pakkende titel voor je scriptie

Het eerste wat je beoordelaar ziet is de titel van je scriptie. Het lijkt heel simpel, maar het verzinnen van een goede, originele en duidelijke titel is best lastig.

Je denkt misschien: dat gaat me geen punten opleveren, maar het is wel de eerste indruk die je document achterlaat.

Die kan maar beter goed zijn, toch?

7. Lever je scriptie als pdf-bestand in

Je kunt je scriptie inleveren als Word-bestand, maar als het is toegestaan om een pdf-bestand in te leveren, is dit vele malen beter.

Je lezers kunnen namelijk een andere versie van Word gebruiken, waardoor de uitlijning van je tekst en afbeeldingen kunnen verspringen. Dat zou zonde zijn en dit laat geen goede indruk achter.

Door je scriptie op te slaan als pdf-bestand voorkom je dit.

Veelgestelde vragen

Hoe voorkom je plagiaat in je scriptie?

Je kunt plagiaat in je scriptie voorkomen door:

• Je bronnen meteen op te slaan;
• Op de juiste manier te citeren en parafraseren;
• Correcte bronvermeldingen in de referentiestijl van je onderwijsinstelling toe te voegen;
• Je tekst zelf veilig te controleren op plagiaat met behulp van Scribbrs gratis Plagiaat Checker.

Hoe voorkom je spreektaal in academische teksten?

Een scriptie die veel spreektaal bevat, kan worden afgekeurd door begeleiders. Probeer daarom te voorkomen dat je:

• Vulwoorden en dubbelingen gebruikt (zoals “tevens ook”)
• Vaag taalgebruik gebruikt (“men zegt dat” – wie is men?)
• De lezer aanspreekt (“je zult zien dat”)
• Uitdrukkingen en gezegden gebruikt (“bloed, zweet en tranen”)

 

Waarom moet ik doelen SMART formuleren?

Door (leer)doelen SMART te formuleren, maak je het voor jezelf en eventueel de organisatie waarvoor je werkt of het onderzoek doet, eenvoudiger om deze doelen te behalen.

Een SMART-geformuleerde doelstelling leidt tot een duidelijk en haalbaar actieplan waar voldoende draagvlak voor is, wat niet alleen handig is, maar ook jezelf en medewerkers kan motiveren.

Bovendien weet je op de afgesproken datum ook daadwerkelijk of het doel behaald is, doordat dit meetbaar is. Naar aanleiding hiervan kun je weer nieuwe SMART-(leer)doelen opstellen zodat jezelf of je organisatie door kan ontwikkelen en kan blijven verbeteren.

Hoe bouw ik mijn onderzoeksvragen op?

Je eerste twee deelvragen zijn meestal beschrijvende vragen die je in je theoretisch kader kunt beantwoorden. De volgende deelvragen beantwoord je door middel van analyses in je resultaten. Je hoofdvraag beantwoord je pas in je conclusie. 

Je deelvragen worden zo in chronologische volgorde (van 1 tot bijvoorbeeld 5) beantwoord. Als je eerst antwoord geeft op deelvraag 3 en daarna pas op 1, dan is de volgorde nog niet logisch.