De juiste verwijswoorden gebruiken in je scriptie | Voorbeelden

Met verwijswoorden duid je een woord of groep woorden aan. Door verwijswoorden te gebruiken voorkom je dat je een onleesbare tekst schrijft waarin steeds dezelfde woorden staan.

Is het “het onderzoek die is uitgevoerd” of “het onderzoek dat is uitgevoerd”?

Soort fout Fout Goed
Foutief verwijswoord De deskresearch dat is uitgevoerd is hierin meegenomen. De deskresearch die is uitgevoerd is hierin meegenomen.
Onduidelijke verwijzing Het plan had een duidelijke structuur. Voor de analyses zijn alleen open vragen gesteld. Het plan had een duidelijke structuur. Voor de analyses in het plan zijn alleen open vragen gesteld.
Fout met dat/wat Het onderzoek wat gedaan is … Het onderzoek dat gedaan is …
Fout met aanwijzende voornaamwoorden De docent waarmee is overlegd. De docent met wie is overlegd.

Je kunt ook onze gratis Grammatica Check gebruiken om er zeker van te zijn dat je altijd de juiste verwijswoorden gebruikt.

Soorten verwijswoorden

Type Voorbeeld
Persoonlijke voornaamwoorden ik, jij, u, hij, zij, het, wij, jullie, zij (me, mij, jou, hem, haar, ons, hen, hun)
Bezittelijke voornaamwoorden mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun
Aanwijzende voornaamwoorden die, dat, deze, dit
Betrekkelijke voornaamwoorden die, dat, wie, wat, welke
Bijwoorden van tijd en plaats daar, waar, hier

Verwijswoorden gebruiken

Om te zorgen dat je tekst goed leesbaar is, gebruik je verwijswoorden. Deze zijn essentieel om woordherhaling te voorkomen.

Geen verwijswoorden (onleesbaar) Wel verwijswoorden (leesbaar)
Het artikel over socialmediamarketing is verouderd. Om die reden is het artikel over socialmediamarketing niet bestudeerd. Het artikel over socialmediamarketing is verouderd. Om die reden is het niet bestudeerd.
Uit dit onderzoek blijkt dat zelfrijdende auto’s onveilig zijn. Ook blijkt uit dit onderzoek dat de wetgeving hieromtrent nog opgesteld moet worden. Uit dit onderzoek blijkt dat zelfrijdende auto’s onveilig zijn. Ook blijkt hieruit dat de wetgeving hieromtrent nog opgesteld moet worden.
De deelvragen worden in hoofdstuk 4 beantwoord. De deelvragen zijn in een logische volgorde weergegeven. De deelvragen worden in hoofdstuk 4 beantwoord. Ze zijn in een logische volgorde weergegeven.

Wie helpt jou met nakijken?

Betrouwbare hulptroepen vinden is niet makkelijk...

  • Familie
  • Vrienden
  • Studiegenoten
  • Scribbr

We staan altijd voor je klaar

Foutief verwijswoord

Voorbeeld: Foutief verwijswoord
Het rapport die is geschreven
Voorbeeld: Goed verwijswoord
Het rapport dat is geschreven

Waarom is “het rapport die” fout?

Rapport is een het-woord. Naar het-woorden kun je alleen verwijzen met “het”, “dit”, “dat” of “zijn” en nooit met “die” of “haar”.

Fouten met verwijswoorden herkennen

Fout Goed
Het onderzoek die goed is uitgevoerd Het onderzoek dat goed is uitgevoerd
De houten vloer is beschadigd door de lekkage. Ze moet vervangen worden. De houten vloer is beschadigd door de lekkage. Hij moet vervangen worden.
In een organisatie dat slechts tien medewerkers heeft is dit niet van toepassing. In een organisatie die slechts tien medewerkers heeft is dit niet van toepassing.
De onderneming heeft zijn financiën niet op orde. De onderneming heeft haar financiën niet op orde.
De ruimte is te klein voor een kantoor. Ook heeft hij geen ramen. De ruimte is te klein voor een kantoor. Ook heeft ze geen ramen.
Het is opvallend dat het bedrijf haar plannen heeft gewijzigd. Het is opvallend dat het bedrijf zijn plannen heeft gewijzigd.

Ezelsbrug: Het juiste verwijswoord gebruiken

Twee regels zijn belangrijk om te onthouden:

  • Verwijswoorden bij het-woorden: het, dit, dat en zijn.
  • Verwijswoorden bij de-woorden: hij, zij, die, deze, zijn en haar.

Bij de-woorden moet je weten of het woord waarnaar je wilt verwijzen mannelijk of vrouwelijk is. Dit kun je opzoeken in het woordenboek. Naar een mannelijk woord verwijs je met hij en zijn en naar een vrouwelijk met zij en haar.

Soms zijn woorden mannelijk en vrouwelijk. Dan is het vooral belangrijk om consistent te zijn. Kies dus voor hij en hem óf zij en haar en gebruik die vorm consistent in je hele tekst.

Voorbeeld Regel Dus …
De scriptie die/dat is geschreven. Naar de-woorden wordt verwezen met ‘die’ De scriptie die is geschreven.
Het cijfer die/dat ik ontving gaf mij zelfvertrouwen. Naar het-woorden wordt verwezen met ‘dat’ Het cijfer dat ik ontving gaf mij zelfvertrouwen.
De organisatie breidde uit. Dit was te zien in zijn/haar jaarcijfers. Naar vrouwelijke de-woorden wordt verwezen met ‘haar’ De organisatie breidde uit. Dit was te zien in haar jaarcijfers.
Deze nieuwe bureaustoel biedt onvoldoende steun. Zijn/Haar stoelpoten zijn van een ander materiaal. Naar mannelijke de-woorden wordt verwezen met ‘zijn’ Deze nieuwe bureaustoel biedt onvoldoende steun. Zijn stoelpoten zijn van een ander materiaal.
Het bedrijf presenteert zijn cijfers. Het/Hij/Zij heeft goed gepresteerd dit jaar. Naar het-woorden verwijs je met ‘het’. Het bedrijf presenteert zijn cijfers. Het heeft goed gepresteerd dit jaar.
De verwijzing was opgenomen. Hij/Zij/Het liet zien dat… Naar vrouwelijke de-woorden wordt verwezen met ‘zij’ De verwijzing was opgenomen. Zij liet zien dat…
De stad en zijn/haar bewoners kregen meer bekendheid. […] Zijn/Haar nieuwe museum trok veel bezoekers. Naar woorden die mannelijk en vrouwelijk zijn, moet je consistent verwijzen. De stad en zijn bewoners kregen meer bekendheid. […] Zijn nieuwe museum trok veel bezoekers.

Gebruik verwijswoorden

Geslacht woord Bijbehorend verwijswoord Voorbeeld
Het-woord Het, dit, dat, zijn Dit is het bedrijf dat het onderzoek heeft uitgevoerd.
Vrouwelijk de-woord Ze, die, haar De vrouw heeft haar rekening betaald.
Mannelijk de-woord Hij, die, zijn De film was populair; een jaar lang was hij in de bioscoop te zien.

Dat of wat

Voorbeeld: Verkeerd gebruik wat
Het onderzoek wat is uitgevoerd.
Voorbeeld: Goed gebruik dat
Het onderzoek dat is uitgevoerd.

Waarom is “het onderzoek wat” fout?

Oorspronkelijk mocht je alleen “wat” gebruiken om te verwijzen naar onbepaalde voornaamwoorden, zoals alles, niets en iets.

Inmiddels zijn de regels soepeler, maar bij Scribbr houden we de originele regel aan omdat deze beter past in academische teksten.

Dat of wat toepassen

Fout Goed: aangeraden door Scribbr Ook goed, maar minder academisch
Het verhaal wat wordt voorgelezen. Het verhaal dat wordt voorgelezen. Het verhaal wat wordt voorgelezen.
Alles dat wordt besproken, wordt opgenomen. Alles wat wordt besproken, wordt opgenomen. Alles dat wordt besproken, wordt opgenomen.
In deze scriptie staat het onderzoek beschreven wat is uitgevoerd. In deze scriptie staat het onderzoek beschreven dat is uitgevoerd. In deze scriptie staat het onderzoek beschreven wat is uitgevoerd.

Ezelsbrug: Dat of wat toepassen

Met “dat” kun je alleen verwijzen naar een het-woord. Of een woord een het-woord is, kun je opzoeken in het woordenboek.

Als het gaat om een onbepaald voornaamwoord, gelden andere regels. Een woord is onbepaald wanneer het niet gespecificeerd is, bijvoorbeeld “iedereen”, “alles” of “enkele”. Hiernaar verwijs je met “wat”.

Voorbeeld Regel Dus …
In het restaurant dat/wat is gerenoveerd werken nieuwe koks. Met “dat” kun je alleen verwijzen naar het-woorden In het restaurant dat is gerenoveerd werken nieuwe koks.
Ze had iets gedaan dat/wat niet mocht. Naar een onbepaald voornaamwoord verwijs je met “wat” Ze had iets gedaan wat niet mocht.
Xaba (2020) geeft dit aan in het artikel dat/wat onlangs is gepubliceerd. Met “dat” kun je alleen verwijzen naar het-woorden Xaba (2020) geeft dit aan in het artikel dat onlangs is gepubliceerd.
Niets wat/dat in het contract staat komt overeen met wat is besproken. Naar een onbepaald voornaamwoord verwijs je met “wat” Niets wat in het contract staat komt overeen met wat is besproken.

Andere gevallen waarin “wat” wordt gebruikt

Regel Voorbeeld
Als je naar een voornaamwoord verwijst als “dat” of “datgene”. Vaak wordt gesproken over datgene wat verkeerd gaat.
Als het terugslaat op de hele zin of een heel zinsdeel. De managers gaven veel uit aan bedrijfsfeesten, wat de omzetcijfers niet ten goede kwam.
Als niet genoemd wordt waarnaar verwezen wordt (het antecedent). Wat opvalt, is dat geen van de stagiaires bij de organisatie is blijven werken.
Als je naar een rangtelwoord verwijst als “eerste”, “tweede” en “derde”.* Het eerste wat blijkt is dat er weinig overeenkomsten zijn.
Als je naar een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk voornaamwoord verwijst. Dit voornaamwoord staat meestal in de overtreffende trap (laatste, mooiste, vervelendste, etc.).* Het laatste wat de geïnterviewden hadden verwacht, is dat het bedrijf failliet zou gaan.
* “Dat” is hier ook mogelijk.
Voorbeeld: Betekenisverschil “dat” en “wat”
  • Het laatste wat de geïnterviewden hadden verwacht, is dat het bedrijf failliet zou gaan.
  • Het laatste dat de geïnterviewden hadden verwacht, is dat het bedrijf failliet zou gaan.

In de eerste zin verwijst “wat” naar “het laatste”: van alle dingen was dit het laatste wat ze hadden verwacht.

In de tweede zin verwijst “dat” naar “dat het bedrijf failliet zou gaan”: het laatste dat ze van het bedrijf hadden verwacht, was dat het failliet zou gaan. Er is dus een betekenisverschil.

Onduidelijke verwijzing

Voorbeeld: Onduidelijke verwijzing
Het productontwerp bevat informatie die aansluit bij de behoeftes van de doelgroep. Naast de kennismaking via de workshop verloopt alle communicatie via dit interne platform.

Waarom is dit fout?

Het verband tussen de eerste zin en tweede zin is onduidelijk. In de tweede zin wordt met het verwijswoord “dit” verwezen naar een intern platform dat in de eerste zin helemaal niet wordt genoemd. Hierdoor is het onduidelijk om welk platform het gaat.

Om je scriptie te kunnen begrijpen, is het van belang dat op logische en begrijpelijke wijze wordt verwezen. Het woord of de woorden waar een verwijswoord aan refereert wordt het antecedent genoemd.

Onduidelijke verwijzingen herkennen

Fout Goed Ook goed
Veel scholieren nodigen familieleden uit op school. Ze hebben immers behoefte aan uitleg over het lesprogramma. Veel scholieren nodigen familieleden uit op school. Familieleden hebben immers behoefte aan uitleg over het lesprogramma. Veel scholieren nodigen familieleden uit op school. Immers, niet alleen scholieren hebben behoefte aan uitleg over het lesprogramma.
Deze paragraaf gaat over het resultaat en het model. Het komt uitgebreider aan bod in het volgende hoofdstuk. Deze paragraaf gaat over het resultaat en het model. Dit model komt uitgebreider aan bod in het volgende hoofdstuk. Deze paragraaf gaat over het resultaat en het model. Dit laatste komt uitgebreider aan bod in het volgende hoofdstuk.
Zowel de ministers als de Eerste Kamerleden waren afwezig. Ze moesten een persbijeenkomst bijwonen en hun collega’s bezochten een conferentie. Zowel de ministers als de Eerste Kamerleden waren afwezig. De ministers moesten een persbijeenkomst bijwonen en de Eerste Kamerleden bezochten een conferentie. Zowel de ministers als de Eerste Kamerleden waren afwezig. De eerstgenoemden moesten een persbijeenkomst bijwonen en hun collega’s bezochten een conferentie.

Ezelsbrug: Onduidelijke verwijzingen voorkomen

Verwijzingen kunnen om drie redenen onduidelijk zijn:

  • Dubbelzinnig: het verwijswoord kan op twee dingen terugslaan en is daarom onduidelijk.
  • Afwezig antecedent: het verwijswoord kan nergens op terugslaan en daarom moet je een inhoudswoord gebruiken.
  • Afstand: het verwijswoord wordt te ver weg van het antecedent geplaatst waardoor de lezer niet meer weet waar je het over hebt.

Je voorkomt onduidelijke verwijzingen door kritisch te lezen: kan een verwijswoord op meerdere woorden betrekking hebben? Zo ja, benoem dan hetgeen waarnaar je verwijst (het antecedent) nog een keer. Ook als het antecedent afwezig is, is de oplossing om het te benoemen.

Als het verwijswoord te ver van het antecedent staat, moet je de zin herschrijven.

Voorbeeld Onduidelijk omdat: Dus …
De chef maakt het gerecht en het toetje. Het moet een dag van tevoren in de koelkast. “Het” kan naar twee woorden verwijzen De chef maakt het gerecht en het toetje. Het toetje moet een dag van tevoren in de koelkast.
Aan de vluchtelingen werden snacks uitgedeeld, evenals paracetamol. De president gaf deze aan hen persoonlijk. “Deze” kan naar twee woorden verwijzen Aan de vluchtelingen werden snacks uitgedeeld, evenals warme kleding. De president gaf de snacks aan hen persoonlijk.
Er was opgeruimd. Achteraf gezien hadden ze hem moeten laten staan, zodat het buffet kon worden opgediend. Het antecedent is afwezig Er was opgeruimd. Achteraf gezien hadden ze de tafel moeten laten staan, zodat het buffet kon worden opgediend.
De brand heeft alles behalve een paar dingen verwoest. Deze zijn gevonden in een kluis. Het antecedent is afwezig De brand heeft alles verwoest, behalve enkele foto’s. Deze zijn gevonden in een kluis.
Dit is de eigenaresse van de nieuwe woningcorporatie. Er zijn dertig nieuwe panden aangekocht sinds zij de leiding heeft. Ook is haar naam onlangs veranderd. Het verwijswoord staat te ver van het antecedent Dit is de eigenaar van de nieuwe woningcorporatie. Er zijn dertig nieuwe panden aangekocht sinds zij de leiding heeft. Ook is de naam van de woningcorporatie onlangs veranderd.

Lees waarom zo veel studenten Scribbr inschakelen

Ontdek nakijken op taal

Aanwijzend voornaamwoord met een voorzetsel

Voorbeeld: Fout voornaamwoord
De persoon waarvoor een uitzondering is gemaakt.
Voorbeeld: Goed voornaamwoord
De persoon voor wie een uitzondering is gemaakt.

Waarom is “de persoon waarvoor” fout?

“Waarvoor” mag alleen voor objecten worden gebruikt. Als het om een persoon gaat, schrijf je “voor wie”.

Fouten met aanwijzende voornaamwoorden en voorzetsels herkennen

Fout Goed
De docent waaraan vragen zijn gesteld … De docent aan wie vragen zijn gesteld …
De persoon waarmee ik gecorrespondeerd heb … De persoon met wie ik gecorrespondeerd heb …
De analyse is complex. Over die wil de onderzoeker graag meer weten. De analyse is complex. Daarover wil de onderzoeker graag meer weten.
Dat probleem heeft geen prioriteit. Met dat wil het bedrijf daarom niet aan de slag gaan. Dat probleem heeft geen prioriteit. Daarmee wil het bedrijf daarom niet aan de slag gaan.
Deze tabel geeft de belangrijkste resultaten weer. In deze worden de resultaten tevens verantwoord. Deze tabel geeft de belangrijkste resultaten weer. Hierin worden de resultaten tevens verantwoord.

Fouten met aanwijzende voornaamwoorden en voorzetsels voorkomen

Twee fouten met aanwijzende voornaamwoorden worden vaak gemaakt:

  • Waar + voorzetsel gebruiken voor personen
  • Voorzetsel + die of dat gebruiken
Fout Goed
De persoon waardoor ik een andere keuze heb gemaakt … De persoon door wie ik een andere keuze heb gemaakt …
De manager waarover werd gesproken … De manager over wie werd gesproken …
Er was een bericht geplaatst. Op dat werd snel gereageerd. Er was een bericht geplaatst. Daarop werd snel gereageerd.
De cijfers van vorig jaar waren opgeslagen. In die had hij geen inzicht. De cijfers van vorig jaar waren opgeslagen. Hierin had hij geen inzicht.

Uitleg aanwijzende voornaamwoorden en voorzetsels

Naar personen verwijs je altijd met “wie” en nooit met “waar”.

Wanneer een zelfstandig gebruikt aanwijzend voornaamwoord gecombineerd wordt met een voorzetsel, gebruik je “daar” en “hier” + voorzetsel in plaats van “die” en “dat”.

Veelgestelde vragen

Wat is een verwijswoord?

Een verwijswoord wordt gebruikt om naar andere woorden, woordgroepen of hele zinnen te verwijzen. Hiermee zorg je voor variatie in de tekst. Hetgeen waarnaar je verwijst, wordt het antecedent genoemd.

 

Waarom moeten verwijzingen duidelijk zijn?

Verwijzingen kunnen om drie redenen onduidelijk zijn:

  • Dubbelzinnig: het verwijswoord kan op twee dingen terugslaan en is daarom onduidelijk.
  • Afwezig antecedent: het verwijswoord kan nergens op terugslaan en daarom moet je een inhoudswoord gebruiken.
  • Afstand: het verwijswoord wordt te ver weg van het antecedent geplaatst, waardoor de lezer niet meer weet waar je het over hebt.

Onduidelijke verwijzingen kunnen een tekst moeilijk leesbaar maken, waardoor lezers je bevindingen verkeerd interpreteren. Ben daarom altijd kritisch op je tekst.

Wat is de Structuur Check?

De Structuur Check is een aanvullende dienst die je kunt afnemen als je jouw scriptie laat nakijken op taal.

Bij de Structuur Check geeft de editor concrete feedback op de opbouw en structuur van je document.

De editor checkt of alle benodigde onderdelen in een hoofdstuk voorkomen en of deze op de juiste plek staan. Daarnaast stelt de editor een Persoonlijke brief en een Structuurrapport op waarin precies staat welke elementen nog ontbreken en welke wijzigingen je kunt doorvoeren om de structuur van je tekst te optimaliseren.

Lees meer over de Structuur Check

Citeer dit Scribbr-artikel

Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.

van Alst, B. (2024, 19 juni). De juiste verwijswoorden gebruiken in je scriptie | Voorbeelden. Scribbr. Geraadpleegd op 9 december 2024, van https://www.scribbr.nl/taalregels-schrijftips/verwijswoorden/

Wat vind jij van dit artikel?
Bo van Alst

Bo werkt als senior editor voor Scribbr. Als echte digital nomad reist ze met haar laptop de wereld rond. Tijdens haar reizen helpt ze studenten en editors met hun scripties en nakijkwerk.