Bijvoeglijk naamwoorden: Komt er een -e achter of niet?

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord dat erbij hoort. Er komt standaard een -e achter een bijvoeglijk naamwoord, behalve bij bepaalde het-woorden en vaste constructies.

Is het “de financieel directeur” of “de financiële directeur”?

Soort fout Fout Goed
Foutieve buigings-e In de concurrentieanalyse is een belangrijke aspect opgenomen. In de concurrentieanalyse is een belangrijk aspect opgenomen.
Vaste constructie Dit wordt besproken in het theoretische kader. Dit wordt besproken in het theoretisch kader.
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord Het verwacht concert werd afgelast. Het verwachte concert werd afgelast.

Foutieve buigings-e

Voorbeeld: Foutieve buigings-e
Een groot groep en een grote team.
Voorbeeld: Goede buigings-e
Een grote groep en een groot team.

Waarom zijn “een groot groep” en “een grote team” fout?

“Groep” en “team” hebben niet hetzelfde woordgeslacht. Groep is een de-woord en team is een het-woord. Bij een de-woord komt altijd een -e en bij een het-woord meestal niet.

Herkennen van fouten met de buigings-e

Fout Goed
De volledig scriptie De volledige scriptie
De intelligent kinderen De intelligente kinderen
Het ambitieus personeel Het ambitieuze personeel
Zijn succesvol bedrijf Zijn succesvolle bedrijf
Een nieuwe besluit Een nieuw besluit
Geen politieke bestuur Geen politiek bestuur

Ezelsbrug: Buigings-e wel of niet toepassen

Er zijn enkele vaste regels voor de buigings-e. Achter het bijvoeglijk naamwoord komt wel een “e” bij:

  • een de-woord;
  • een meervoud;
  • een het-woord dat voorafgegaan wordt door (bezittelijke) voornaamwoorden zoals “het”, “mijn”, “zijn” of “hun”.

Achter het bijvoeglijk naamwoord komt geen “e” bij:

  • Een het-woord dat volgt op het onbepaalde lidwoord “een”.
  • Een het-woord dat voorafgegaan wordt door een hoeveelheidsaanduiding zoals “veel” of “geen”.

Een uitzondering op deze regel zijn vaste constructies.

Lastig te bepalen Het bijvoeglijk naamwoord hoort bij … Dus …
De volledig(e) scriptie … een de-woord De volledige scriptie
De intelligent(e) kinderen … een meervoud De intelligente kinderen
Het (ambitieus/ambitieuze) personeel … een het-woord voorafgegaan door een persoonlijk voornaamwoord Het ambitieuze personeel
Zijn succesvol(le) bedrijf … een het-woord voorafgegaan door de bezitsvorm Zijn succesvolle bedrijf
Een nieuw(e) besluit … een het-woord dat volgt op het onbepaalde lidwoord “een” Een nieuw besluit
Geen politiek(e) bestuur … een het-woord dat voorafgegaan wordt door “veel”, “weinig”, of een andere hoeveelheidsaanduiding Geen politiek bestuur

Betekenisverschil bij buigings-e

Soms kun je bijvoeglijk naamwoorden met en zonder -e schrijven, maar verandert de betekenis afhankelijk van de keuze die je maakt.

Als je een -e toevoegt zegt het bijvoeglijk naamwoord altijd iets over het zelfstandig naamwoord. Zodra je de -e weglaat, is dat niet meer zo. Vaak is dan sprake van een vaste constructie.

Voorbeelden: Betekenisverschil bij buigings-e
  • De financiёle directeur = een directeur die financieel van aard is.
  • De financieel directeur = iemand die verantwoordelijk is voor het financiële beleid.
  • Het centrale station = het station dat een centrale ligging heeft in een plaats.
  • Het centraal station = het hoofdstation van een plaats.
  • De bijzondere hoogleraar = een hoogleraar die bijzonder is als persoon.
  • De bijzonder hoogleraar = een hoogleraar met een aparte status in de academische wereld.
  • De politieke tekenaar = een tekenaar die politiek geïnteresseerd of ingesteld is.
  • De politiek tekenaar = een tekenaar van politieke prenten.

Lees waarom zo veel studenten Scribbr inschakelen

Ontdek nakijken op taal

Vaste constructie

Voorbeeld: Fout in vaste constructie
Het theoretische kader.
Voorbeeld: Goede vaste constructie
Het theoretisch kader.

Waarom is “het theoretische kader” fout?

Vaste constructies met een eigen betekenis worden zonder -e geschreven. De -e mag weggelaten worden, omdat dit benadrukt dat “theoretisch” en “kader” zo vaak in samenhang worden gebruikt dat ze een geheel vormen.

Voorbeeld Vaste combinatie? Dus …
Het menselijk(e) lichaam Ja Het menselijk lichaam
Het (groot/grote) budget Nee Het grote budget
Het (openbaar/openbare) vervoer Ja Het openbaar vervoer
Het bijvoeglijk(e) naamwoord Ja Het bijvoeglijk naamwoord
Het ongeloofwaardig(e) verhaal Nee Het ongeloofwaardige verhaal

Ezelsbrug: Vaste combinaties herkennen

Of twee woorden een vaste combinatie vormen, is lastig te bepalen. Hier zijn geen vaste regels voor. Bij twijfel kun je de term het beste even googelen.

  • Zoek in Google een voor een naar beide vormen van de term waar je over twijfelt en zet ze tussen dubbele aanhalingstekens om te zoeken op de precieze term: “theoretische kader” en “theoretisch kader”.
  • Als je zoekt op “theoretische kader” laat Google automatisch de resultaten voor “theoretisch kader” zien omdat dat de gebruikelijke term is. Ook krijg je voor “theoretisch kader” veel meer zoekresultaten. Dan weet je dus hoe het zit!
  • Mocht je alsnog twijfelen, controleer dan hoe de combinatie wordt geschreven in de meeste artikelen die je in de zoekresultaten vindt. Let daarbij vooral op toonaangevende websites, zoals taaladvies en wikipedia.

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Voorbeeld: Fout in bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
De verwachtte groei viel mee.
Voorbeeld: Correct bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
De verwachte groei viel mee.

Waarom is “de verwachtte groei” fout?

Een voltooid deelwoord, zoals “[ik had] verwacht“, kan ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt.

Normaal gezien verdubbel je bij zwakke werkwoorden met een korte klinker in de stam de -d of -t als je het voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt. Anders bestaat de kans dat je deze woorden verkeerd uitspreekt.

Als er geen kans is dat je het woord verkeerd uitspreekt, verdubbel je de -d of -t niet. Daarom schrijf je “de verwachte groei” en niet “de verwachtte groei”.

Zwak werkwoord met korte klinker* in de stam Kans op verkeerd uitspreken zonder verdubbeling -d of -t? Dus …
Bekladden Ja: beklade De bekladde muur
Verhitten Ja: verhite De verhitte discussie
Verwachten Nee: verwachte De verwachte groei
Hechten Nee: gehechte De gehechte wond
* Een korte klinker is bijvoorbeeld een “a”, zoals in stad of een “o” zoals in kort. Lange klinkers klinken als “aa”, zoals in staken en “oo” zoals in besloten.

Herkennen van fouten met bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden

Fout Goed
De geschrokke personen De geschrokken personen
Het verwerkt trauma Het verwerkte trauma
De gedraagde last De gedragen last
De opgepoetst tekst De opgepoetste test
De verwachtte resultaten De verwachte resultaten
De gerede documenten De geredde documenten
De verstomd docent De verstomde docent
Het bekleedde ambt Het beklede ambt

Fouten met bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord voorkomen

Om te weten hoe je bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden schrijft, moet je een paar dingen weten:

  • Is het een sterk of een zwak werkwoord?
  • Zit er een lange of korte klinker in de stam?

Je herkent sterke werkwoorden eraan dat de klank verandert als je ze in de verleden tijd zet, zoals “lopen” verandert in “liep”.

Bij sterke werkwoorden zijn het voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord hetzelfde. Het is “ik heb gegeten”, maar ook “het gegeten gerecht”. Dan maakt het niet uit of er een korte of lange klinker in de stam zit.

Als er een korte klinker in de stam van een zwak werkwoord zit, verdubbel je de -d of -t, behalve als er geen kans is dat je het woord verkeerd uitspreekt.

Als een zwak werkwoord een lange klinker in de stam heeft, verdubbel je de -d of -t juist niet. Dan vervoeg je ze net als gewone bijvoeglijk naamwoorden (de grote foto of de vergrote foto).

Werkwoord Sterk? Korte klinker? Dus …
Dragen – droeg – gedragen Ja. De gedragen toon
Redden – redde – gered Nee. Ja. De geredde jongen
Lopen – liep – gelopen Ja. De gelopen race
Bekleden – bekleedde – bekleed Nee. Nee. Het beklede ambt
Beleven – beleefde – beleefd Nee. Nee. De beleefde avonturen

Uitleg bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden

De algemene regel is dat bij een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord een -e achter het voltooid deelwoord komt. Zo zeg je “het schip is bemand” en “het bemande schip”.

Ook geldt dat bij een korte klinker de medeklinker “t” of “d” meestal wordt verdubbeld als de stam eindigt op een -d of -t. De stam van “redden” is bijvoorbeeld “red”. Het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord wordt dan “geredde” en niet “gerede”.

Toepassen bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden

Voorbeeld Regel Dus …
De geschrokke(n) personen Bij sterke werkwoorden zijn het voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord hetzelfde De geschrokken personen
Het verwerkt(e) trauma Er komt standaard een -e achter het voltooid deelwoord Het verwerkte trauma
De (gedraagde/gedragen) last Bij sterke werkwoorden zijn het voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoordt hetzelfde De gedragen last
De opgepoetst(e) tekst Er komt een -e achter het voltooid deelwoord De opgepoetste test
De verwacht(t)e resultaten Er is geen kans dat je het woord verkeerd uitspreekt als je geen -t toevoegt De verwachte resultaten
De gered(d)e documenten Als je de -d niet verdubbelt, bestaat de kans dat je het woord verkeerd uitspreekt De geredde documenten
De verstomd(e) docent Er komt een -e achter het voltooid deelwoord De verstomde docent

Veelgestelde vragen

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Een bijvoeglijk naamwoord (adjectief) is een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord. Zo kan een bijvoeglijk naamwoord een eigenschap (kenmerk) of toestand beschrijven.

  • De rode auto
  • De vermoeide vrouw
  • De vertraagde trein

Woorden die iets zeggen over een ander soort woord, zoals een werkwoord of de gehele zin, zijn geen bijvoeglijk naamwoorden, maar bijwoorden.

Wat is het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord?

Een bijvoeglijk naamwoord geeft informatie over een zelfstandig naamwoord. Een bijwoord kan informatie geven over veel meer soorten woorden of over de hele zin. Zo kan een bijwoord iets vertellen over een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord.

  • Dat is een hele vriendelijke jongen
    • “Hele” is een bijwoord, want het zegt iets over het bijvoeglijk naamwoord (vriendelijke)
  • De rode kat
    • “Rode” is een bijvoeglijk naamwoord, want het zegt iets over een zelfstandig naamwoord (kat).

Citeer dit Scribbr-artikel

Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.

van Alst, B. (2021, 31 oktober). Bijvoeglijk naamwoorden: Komt er een -e achter of niet?. Scribbr. Geraadpleegd op 18 maart 2024, van https://www.scribbr.nl/taalregels-schrijftips/bijvoeglijk-naamwoorden-komt-er-een-e-achter-of-niet/

Wat vind jij van dit artikel?
Bo van Alst

Bo werkt als senior editor voor Scribbr. Als echte digital nomad reist ze met haar laptop de wereld rond. Tijdens haar reizen helpt ze studenten en editors met hun scripties en nakijkwerk.