Verkleinwoorden | Regels, Voorbeelden & Quiz

Een verkleinwoord is de kleine variant van een zelfstandig naamwoord, zoals “bootje” voor “boot”. Meestal vorm je het verkleinwoord door -tje, -je, -pje, -kje of -etje achter het basiswoord (grondwoord) te plakken.

De keuze voor een van deze achtervoegsels (suffixen) is afhankelijk van de laatste klank van een woord, de klemtoon, de woordlengte en het getal (enkelvoud of meervoud). Soms moet je de spelling van het basiswoord veranderen om de verkleinvorm te maken.

Suffix Voorbeeld Uitleg
-tje Appel

Appeltje

Het woord eindigt op een l en wordt voorafgegaan door een onbeklemtoonde “e”.
-je Hond

Hondje

Woorden die als laatste letter een d, f, k, p, s of t hebben (in de uitspraak) krijgen -je als achtervoegsel.
-pje Boom

Boompje

Het woord eindigt op “m” en er gaat een lange klank aan vooraf. Daarom wordt -pje toegevoegd.
-kje Ketting

Kettinkje

Het woord eindigt op -ing, heeft meerdere lettergrepen en de klemtoon ligt op de lettergreep vóór -ing. De g valt weg en je voegt “-kje” toe.
-etje Bal

Balletje

Het woord eindigt op een l en wordt voorafgegaan door een korte klinker (a). De l wordt verdubbeld voor de uitspraak.

Een handige tip: Gebruik onze gratis Grammatica Check voor het verbeteren van al je spelfouten!

Probeer de gratis Scribbr Grammatica Check

Hoofdregel 1: -tje

In de regel voeg je -tje toe aan het grondwoord om een verkleinwoord te maken als:

  • Het woord eindigt op een l, n of r en de klinker een lange klank of een klemtoonloze e (sjwa/schwa) is.
  • Het woord eindigt op een klinker (qua uitspraak).
  • Het woord eindigt op een glijklank, namelijk de j of w (qua uitspraak, dus ook woorden die op een -i eindigen qua spelling).
  • Het woord een leenwoord is dat eindigt op -ade, -ave, -ffe, -ine, -tte, -ule, -ure of -ute en je de “e” in het grondwoord uitspreekt.
  • Het woord meerdere lettergrepen heeft en de laatste lettergreep een korte klinker heeft en op een -r eindigt.
Grondwoord Verkleinwoord
Greppel Greppeltje
Auto Autootje
Zooi Zooitje
Giraffe Giraffetje (girafje mag ook)
Donor Donortje

Lees waarom zo veel studenten Scribbr inschakelen

Ontdek nakijken op taal

Hoofdregel 2: -je

Voor woorden die qua uitspraak eindigen op een d, f, k, p, s of t kun je in de regel het achtervoegsel -je toevoegen aan het grondwoord om het verkleinwoord te maken. Dit geldt ook voor veel woorden die op -g of -ch eindigen.

Grondwoord Verkleinwoord
Straat Straatje
Tak Takje
Dag Dagje

In sommige gevallen is het ook mogelijk om -etje toe te voegen, namelijk bij eenlettergrepige woorden die eindigen op een p, b of g.

Grondwoord Verkleinwoord
Pop Poppetje of popje
Rug Ruggetje of rugje
Typ Typetje of typje

Verder maakt het bij Franse leenwoorden die eindigen op een -d of -t niet uit of je deze hoort in de uitspraak. Ook als je die letter in de basisvorm niet uitspreekt, voeg je -je toe, zoals bij etuitje.

Hoofdregel 3: -pje

Voor woorden die qua uitspraak eindigen op een m die wordt voorafgegaan door een lange klinker of sjwa voeg je -pje toe om het verkleinwoord te maken. Dit geldt ook voor woorden die eindigen op -rm of -lm.

Grondwoord Verkleinwoord
Zoom Zoompje
Storm Stormpje
Palm Palmpje

In sommige gevallen mag je in plaats van -pje ook -etje gebruiken. Hierdoor kan de betekenis veranderen:

  • Bloem – bloempje (kleine bloem)
  • Bloem – bloemetje (een bosje bloemen)

Hoofdregel 4: -kje

Je voegt -kje toe om het verkleinwoord te maken als aan beide voorwaarden wordt voldaan:

  • Het woord eindigt qua uitspraak op -ing.
  • De klemtoon ligt op de lettergreep voorafgaand aan -ing.

Bovendien laat je de -g van -ing wegvallen als je -kje toevoegt.

Grondwoord Verkleinwoord
Ketting Kettinkje
Setting Settinkje
Woning Woninkje

Als het woord maar één lettergreep heeft en op -ing eindigt of als de lettergreep voorafgaand aan -ing onbeklemtoond is, voeg je -etje toe, zoals “ring – ringetje” en “tekening – tekeningetje”.

Lees waarom zo veel studenten Scribbr inschakelen

Ontdek nakijken op taal

Hoofdregel 5: -etje

In de regel voeg je -etje toe aan het grondwoord om een verkleinwoord te maken als:

  • Het woord uit één lettergreep bestaat, een korte klinker heeft en op een -r eindigt.
  • Het woord een samenstelling is, waarbij het laatste deel van de samenstelling een woord is dat uit één lettergreep bestaat, een korte klinker heeft en op een -r eindigt.
  • Het woord op een m, n, ng (neusklank) of l eindigt en er een korte klinker aan voorafgaat (maar geen sjwa).

Vaak is het nodig om de laatste medeklinker van het woord te verdubbelen om de juiste uitspraak te behouden. Voor woorden die op -ing eindigen volg je hoofdregel 4.

Grondwoord Verkleinwoord
Ster Sterretje
Filmster Filmsterretje
Stang Stangetje

Verkleinwoorden met een getal

Sommige grondwoorden eindigen op een getal, zoal “A4” of “5”. In dat geval voeg je een apostrof toe om het basiswoord te scheiden van het achtervoegsel.

Grondwoord Verkleinwoord
A4 A4’tje
5 5’je
A6 A6’je

Verkleinwoorden met een afkorting

Sommige grondwoorden zijn een afkorting, zoals “dvd” of “tv”. Ook dat geval voeg je een apostrof toe om het basiswoord te scheiden van het achtervoegsel. Een koppelteken is niet juist.

Grondwoord Verkleinwoord
dvd dvd’tje
tv tv’tje
sms sms’je

Bijzondere gevallen

Dit artikel bespreekt de hoofdregels, maar er zijn altijd uitzonderingen en bijzondere gevallen. Zo is het belangrijk om te onthouden dat soms:

  • Een klinker kan worden verdubbeld: auto – autootje
  • Een medeklinker kan worden verdubbeld: bal – balletje
  • Een klinker kan veranderen: pad – paadje

Ook zijn er woorden die alleen maar een verkleinvorm kennen, zoals het woord “poffertje”.

Citeer dit Scribbr-artikel

Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.

Merkus, J. (2024, 24 juni). Verkleinwoorden | Regels, Voorbeelden & Quiz. Scribbr. Geraadpleegd op 9 december 2024, van https://www.scribbr.nl/taalregels-schrijftips/verkleinwoorden/

Wat vind jij van dit artikel?
Julia Merkus

Julia heeft onder andere een bachelor in Nederlandse Taal en Cultuur en twee masters in Linguistics en Taal- en Spraakpathologie. Na enkele jaren als editor, onderzoeker en docent schrijft ze nu artikelen over scripties, taalkunde, methodologie en statistiek om studenten te helpen.