Wat is een Zelfstandig Naamwoord? | Herkennen & Voorbeelden

Een zelfstandig naamwoord verwijst naar een persoon, ding, concept of plaats. De meeste zinnen bevatten minimaal één zelfstandig naamwoord of voornaamwoord. Ze worden vaak voorafgegaan door een lidwoord (de, het of een), maar niet altijd.

Voorbeelden: Zelfstandig naamwoorden in een zin
De hond rende heel snel.

Januari is mijn favoriete maand.

Docenten benadrukken het belang van correcte grammatica.

Het zelfstandig naamwoord is een van de meest belangrijke woordsoorten in het Nederlands. Andere belangrijke woordsoorten zijn werkwoorden, voornaamwoorden, voorzetsels, lidwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, bijwoorden, voegwoorden, telwoorden en tussenwerpsels.

Hoe worden zelfstandig naamwoorden gebruikt?

Een complete zin bestaat meestal uit minimaal een onderwerp en een werkwoord (de persoonsvorm). Het onderwerp beschrijft een persoon of ding en het werkwoord beschrijft een actie die wordt uitgevoerd door het onderwerp.

In de meeste gevallen is het onderwerp van de zin een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord. De meest simpele manier waarop een zelfstandig naamwoord gebruikt kan worden is dus als het onderwerp voor het werkwoord dat erop volgt.

Voorbeelden: Zelfstandig naamwoorden als onderwerp van de zin
Vogels vliegen.

David vertrok.

Pizza is lekker.

Zelfstandig naamwoorden en voornaamwoorden kunnen ook het “object” (voorwerp) in een zin zijn. Een object volgt meestal op het werkwoord en vertegenwoordigt iets of iemand die wordt beïnvloed door de actie. Objecten kunnen indirect of direct zijn:

  • Het direct object (ook wel lijdend voorwerp genoemd) is iets of iemand die direct wordt beïnvloed door het werkwoord.
  • Het indirect object (ook wel indirect voorwerp genoemd) is iets of iemand die het direct object ontvangt.
Voorbeelden: Zelfstandig naamwoorden als direct en indirect object
Esmée geeft Bente de rekenmachine.

Geef Jeremy alsjeblieft wat brood.

Ik heb mijn dochter een brief geschreven.

Naamwoordgroepen

Als je de zinsstructuur analyseert, kom je vaak naamwoordgroepen tegen. Deze worden ook wel het naamwoordelijk zinsdeel, naamwoordelijke constituent of een noun phrase (NP) genoemd.

Een naamwoordgroep is het zelfstandig naamwoord of voornaamwoord in combinatie met alle woorden die bij het woord horen, zoals lidwoorden, bijvoeglijk naamwoorden of andere determinatoren die het zelfstandig naamwoord beïnvloeden.

Een naamwoordgroep kan bestaan uit enkel het zelfstandig naamwoord of voornaamwoord of een veel langere reeks woorden. Een vereiste is dat de reeks altijd minimaal één zelfstandig naamwoord of voornaamwoord bevat.

Voorbeelden: Naamwoordgroepen in zinnen
Pizza is lekker.

De python is een bekende slangensoort.

Geef Jeremy alsjeblieft wat brood.

Jij en ik moeten een serieus gesprek voeren. 

Wie helpt jou met nakijken?

Betrouwbare hulptroepen vinden is niet makkelijk...

  • Familie
  • Vrienden
  • Studiegenoten
  • Scribbr

We staan altijd voor je klaar

Zelfstandig naamwoorden vs voornaamwoorden

Met voornaamwoorden wordt een beperkte groep woorden (zoals ik, zij en hij) bedoeld die op eenzelfde manier worden gebruikt als zelfstandig naamwoorden. Ze worden voornamelijk ingezet:

  • om een zelfstandig naamwoord te vervangen dat al genoemd is
  • om naar jezelf en andere mensen te verwijzen.

Voornaamwoorden kunnen net als zelfstandig naamwoorden fungeren als de kern van een naamwoordgroep en als het onderwerp of object van een werkwoord. Je kunt een complete zin maken met alleen een voornaamwoord en een werkwoord (bijvoorbeeld: Zij loopt), net als bij een zelfstandig naamwoord (bijvoorbeeld: Julia loopt).

In tegenstelling tot zelfstandig naamwoorden kan de vorm van een voornaamwoord afhangen van de grammaticale context waarin een woord gebruikt wordt. Dit geldt vooral voor persoonlijke voornaamwoorden. Zo is de eerste persoon “ik” als het persoonlijk voornaamwoord het onderwerp van de zin is, maar “mij” als het gebruikt wordt als object. Bij een zelfstandig naamwoord (zoals “hond”) zou de vorm hetzelfde zijn in beide gevallen.

Voorbeelden: Voornaamwoorden in een zin
Ik kan niet komen vrijdag.

Heb je hem ooit ontmoet?

Dat staat hier los van.

Volgens haar heeft hij een relatie met hem.

Soortnamen vs eigennamen

Je kunt een onderscheid maken tussen soortnamen (common nouns) en eigennamen (proper nouns).

  • Soortnamen zijn algemeen. Hiermee verwijs je naar een klasse van personen, plaatsen, dingen of concepten, maar niet naar een specifiek persoon of ding.
  • Eigennamen zijn de namen van specifieke mensen, plaatsen, dingen of concepten. Ze krijgen altijd een hoofdletter, waardoor ze onderscheiden worden van soortnamen.
Voorbeelden: Soortnamen en eigennamen
Anya is met trein naar het station Frankrijk gereisd.

Van zijn drie dochters heeft Lola de meeste honden: Bobbie, Max en de beagle Goia.

Let op
De namen van historische perioden (e.g., middeleeuwen), dagen (e.g., maandag), maanden (e.g., juni) en seizoenen (e.g., winter) vormen een uitzondering op de regel voor hoofdlettergebruik bij eigennamen. Deze uitzonderingen krijgen geen hoofdletter in het Nederlands.

Telbare vs ontelbare zelfstandig naamwoorden

Een ander belangrijk onderscheid kan worden gemaakt tussen telbare zelfstandig naamwoorden (countable nouns) en ontelbare zelfstandig naamwoorden (uncountable nouns):

  • Telbare zelfstandig naamwoorden verwijzen naar dingen die kunnen worden geteld. Ze kunnen worden voorafgegaan door een onbepaald lidwoord (een) of een getal, en je kunt ze in het meervoud zetten. De meeste zelfstandig naamwoorden zijn telbaar (zoals feit(en), lamp(en)).
  • Ontelbare zelfstandig naamwoorden verwijzen naar dingen die niet kunnen worden geteld. Ze worden nooit voorafgegaan door een onbepaald lidwoord of getal en je kunt er geen meervoud van maken (zoals duisternis of melk).
Voorbeelden: Telbare en ontelbare zelfstandig naamwoorden
  • Ik vind het niet fijn om in de duisternis te lopen.
  • Ik vind het niet fijn om in de duisternissen te lopen.
  • Kun je melk meenemen uit de supermarkt?
  • Kun je melken meenemen uit de supermarkt?

Je kunt fouten met ontelbare zelfstandig naamwoorden vaak oplossen door een telbaar woord toe te voegen:

  • Kun je twee pakken melk meenemen uit de supermarkt?

Wie helpt jou met nakijken?

Betrouwbare hulptroepen vinden is niet makkelijk...

  • Familie
  • Vrienden
  • Studiegenoten
  • Scribbr

We staan altijd voor je klaar

Concrete vs abstracte zelfstandig naamwoorden

Er wordt ook vaak een onderscheid gemaakt tussen concrete zelfstandig naamwoorden (concrete nouns) en abstracte zelfstandig naamwoorden (abstract nouns).

  • Concrete zelfstandig naamwoorden verwijzen naar objecten, plaatsen of individuen die kunnen worden waargenomen met de zintuigen. Voorbeelden hiervan zijn appel, heuvel, zebra en Veronique.
  • Abstracte zelfstandig naamwoorden verwijzen naar concepten, ideeën, gevoelens en processen die niet tastbaar zijn. Voorbeelden hiervan zijn rechtvaardigheid, verdriet en liefde.

Collectieve zelfstandig naamwoorden (verzamelnamen)

Collectieve zelfstandig naamwoorden (collective nouns) worden gebruikt om te verwijzen naar een groep personen of dingen, zoals “team”, “band” of “kudde”. Een collectief zelfstandig naamwoord wordt soms ook verzamelnaam, collectivum of verzamelwoord genoemd.

De woorden hebben semantisch (qua betekenis) betrekking op meerdere mensen of dingen (zoals een team dat uit meerdere personen bestaat), maar taalkundig gezien beschouwen we ze als enkelvoud.

Voorbeelden: Collectieve zelfstandig naamwoorden
Het team is blij je te ontmoeten.

Een kudde schapen kan het verkeer flink vertragen.

Mijn favoriete band is Queen.

Veelgestelde vragen over zelfstandig naamwoorden

Welke 10 woordsoorten kent het Nederlands?

Het Nederlands kent 10 woordsoorten, namelijk:

Welke soorten zelfstandig naamwoorden zijn er?

Er zijn verschillende manieren waarop je onderscheid kunt maken tussen verschillende soorten zelfstandig naamwoorden. Een zelfstandig naamwoord kan ook in meerdere categorieën vallen of van categorie veranderen, afhankelijk van de context.

De belangrijkste soorten zijn:

Wat is het verschil tussen een zelfstandig naamwoord en een voornaamwoord?

Voornaamwoorden zijn woorden zoals “ik”, “zij” en “hij” die op eenzelfde manier worden gebruikt als zelfstandig naamwoorden. Ze worden ingezet om te verwijzen naar een zelfstandig naamwoord dat al genoemd is of om naar jezelf of andere personen te verwijzen.

Voornaamwoorden kunnen net als zelfstandig naamwoorden de kern van een naamwoordgroep vormen, en ze komen voor als onderwerp of object bij een werkwoord. In tegenstelling tot zelfstandig naamwoorden kunnen voornaamwoorden wel van vorm veranderen (bijvoorbeeld van “ik” naar “mij”) op basis van de grammaticale context waarin het woord voorkomt.

Citeer dit Scribbr-artikel

Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.

Merkus, J. (2022, 28 oktober). Wat is een Zelfstandig Naamwoord? | Herkennen & Voorbeelden. Scribbr. Geraadpleegd op 22 april 2024, van https://www.scribbr.nl/taalregels-schrijftips/zelfstandig-naamwoord/

Wat vind jij van dit artikel?
Julia Merkus

Julia heeft onder andere een bachelor in Nederlandse Taal en Cultuur en twee masters in Linguistics en Taal- en Spraakpathologie. Na enkele jaren als editor, onderzoeker en docent schrijft ze nu artikelen over scripties, taalkunde, methodologie en statistiek om studenten te helpen.