Soorten drogredenen | Betekenis, Voorbeelden & Oefenen

Een drogreden is een redenering die op het eerste gezicht correct lijkt, maar het niet is. Een drogreden wordt ook wel een schijnreden, sofisme of fout in de argumentatie genoemd.

Voorbeelden van drogredenen
  • Overhaaste generalisatie: Mijn oma rookte een pakje sigaretten per dag en ze is 102 geworden, dus roken is niet ongezond!
  • Cirkelredenering: Ik vind Dorian erg aardig, omdat ik haar graag mag.
  • Persoonlijke aanval: Jouw ideeën voor duurzaamheid zijn waardeloos, want jij leeft zelf ook niet groen.

Drogredenen zijn schadelijk in een discussie, omdat ze heel overtuigend kunnen overkomen. Hierdoor heeft de lezer of gesprekspartner vaak niet direct door dat een argumentatieschema verkeerd wordt gebruikt of dat een discussieregel wordt geschonden.

Wat zijn drogredenen?

Drogredenen zijn dus (denk)fouten in de argumentatie. Sommige sprekers gebruiken deze onbewust, maar ze worden ook vaak bewust toegepast om een discussie te winnen, omdat ze veel indruk kunnen maken en iemand (onterecht) kunnen overtuigen.

Ook studenten gebruiken vaak (per ongeluk) drogredenen in hun academische teksten, zoals een essay of scriptie. Het is belangrijk om de verschillende drogredenen te herkennen, zodat je ze kunt voorkomen in je betoog.

De vorm en ernst van een drogreden hangt af van het type drogreden. De 12 meest bekende drogredenen zijn:

Argumentum ad hominem (persoonlijke aanval)

Bij een persoonlijke aanval of argumentum ad hominem wordt de tegenstander in diskrediet gebracht door een aanval op de persoon in plaats van op de bewering. Hierbij gaat het dus niet om de inhoud van het standpunt, maar een eigenschap van de persoon die het standpunt brengt.

Voorbeeld: Persoonlijke aanval (argumentum ad hominem)
Jij weet helemaal niets van een spraakstoornis! Je hebt er zelf nooit een gehad!

Dit is een persoonlijke aanval, omdat je niet per se een spraakstoornis moet hebben gehad om er verstand van te kunnen hebben. De aanval is dus niet gericht op het argument of het standpunt, maar op de boodschapper.

Bespelen van het publiek

Het bespelen van het publiek kent twee vormen:

  • Iemand speelt in op de emoties van het publiek
  • Iemand formuleert iets op zo’n manier dat het publiek er niet snel tegenin durft te gaan
Voorbeeld: Bespelen van het publiek
Advocaat: Iedereen begrijpt natuurlijk dat deze man veroordeeld moet worden.

Door aan te geven dat “iedereen iets natuurlijk begrijpt” is het veel moeilijker om aan te geven dat je het er niet mee eens bent. Het standpunt klinkt veel overtuigender, terwijl er in feite geen argument wordt gegeven.

Cirkelredenering (begging the question)

Een cirkelredenering (begging the question) wordt ook wel een kringredenering of petitio principii genoemd. Hierbij geeft iemand het standpunt als argument, waardoor in feite twee keer hetzelfde wordt gezegd.

Voorbeeld: Cirkelredenering
Jesse geeft aan dat Lotte erg vriendelijk is, omdat ze heel aardig is.

Dit is een cirkelredenering, omdat het standpunt “Lotte is erg vriendelijk” gelijk is aan het argument voor dat standpunt “ze is heel aardig”. In feite wordt twee keer hetzelfde standpunt aangedragen zonder dat een argument wordt gegeven.

Onjuist beroep op autoriteit

Bij een onjuist beroep op autoriteit wordt een standpunt onderbouwd door aan te geven dat iemand anders het ermee eens is. Echter, die andere persoon heeft helemaal niets (of niet genoeg) te maken met het onderwerp om het te onderbouwen.

Voorbeeld: Onjuist beroep op autoriteit
De huizenmarkt gaat de komende jaren helemaal instorten. Dat zei Yvonne Coldeweijer gisteren nog op haar juicekanaal.

Dit is een onjuist beroep op autoriteit, omdat Yvonne Coldeweijer geen autoriteit is op het gebied van de huizenmarkt. Wat zij erover zegt versterkt het standpunt dus niet.

Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap

Bij een onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap wordt een irrelevante eigenschap ingezet om een standpunt te beargumenteren of om de ander in diskrediet te brengen. Het kan ook voorkomen dat iemand een relevant kenmerk weglaat of doet alsof de eigenschap niet relevant is.

Deze drogreden wordt soms een stereotypering genoemd.

Voorbeeld: Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
Rody praat veel. Hij is een slechte chauffeur.

Dit is een onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap, omdat het vele praten niet automatisch betekent dat iemand een slechte chauffeur is.

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie (onjuist beroep op causaliteit)

Bij een onjuiste oorzaak-gevolgrelatie of een onjuist beroep op causaliteit wordt in de argumentatie uitgegaan van een verband tussen twee gebeurtenissen, terwijl dit niet bewezen of fout is.

Er zijn twee drogredenen die hieronder kunnen worden geschaard:

  • Post hoc ergo propter hoc (hierna, daarom hierdoor)
  • Cum hoc ergo propter hoc (met dit, dus vanwege dit)

Het verschil tussen deze twee is dat de gebeurtenissen voor post hoc ergo propter hoc na elkaar moeten gebeuren en voor cum hoc ergo propter hoc tegelijkertijd.

Post hoc ergo propter hoc (“hierna, daarom hierdoor”)

Post hoc ergo propter hoc is een bekende drogreden waarbij onterecht wordt aangenomen dat gebeurtenis A door gebeurtenis B wordt veroorzaakt omdat ze na elkaar plaatsvinden. Dit is een drogreden omdat twee opeenvolgende gebeurtenissen ook geheel los van elkaar kunnen staan.

Voorbeeld: Post hoc ergo propter hoc
Iedere eerste maandag van de maand begint Joke een paar minuten voor 12 aan haar lunch. Daarna gaat het luchtalarm af. Dus het luchtalarm gaat af, doordat Joke gaat lunchen.

Dit is een drogreden, omdat Jokes lunch en het luchtalarm helemaal niets met elkaar te maken hebben. Ze vinden vlak na elkaar plaats, maar dat betekent nog niet dat het ene (Jokes lunch) het andere (het luchtalarm) veroorzaakt.

Cum hoc ergo propter hoc (“met dit, dus vanwege dit”)

Cum hoc ergo propter hoc is een drogreden waarbij twee gebeurtenissen samen voorkomen waarna ze onterecht als oorzaak en gevolg worden bestempeld.

Voorbeeld: Cum hoc ergo propter hoc
Gebeurtenis A: De zon schijnt

Gebeurtenis B: Een boom valt om

Onterechte conclusie: Bomen vallen om als de zon schijnt

Hoewel “de zon schijnt” en “een boom valt om” tegelijkertijd voorkomen, betekent dat niet dat ze samenhangen of dat de ene gebeurtenis de andere heeft veroorzaakt.

Ontduiken van de bewijslast (verschuiven van de bewijslast)

Het ontduiken van de bewijslast is een drogreden die twee vormen kan hebben:

  • Ontduiken van de bewijslast: een standpunt wordt zo gepresenteerd dat het lijkt alsof er geen bewijs nodig is.
  • Verschuiven van de bewijslast: een standpunt wordt zo geformuleerd dat de ander moet bewijzen dat het niet zo zou zijn.
Voorbeeld: Verschuiven van de bewijslast
We moeten investeren in nieuwe laptops. Geef me één reden waarom we het niet zouden moeten doen.

Dit is een voorbeeld van het ontduiken of verschuiven van de bewijslast. In plaats van argumenten aan te dragen die het investeren in nieuwe laptops ondersteunen, wordt de ander gevraagd een reden te geven om niet in de laptops te investeren.

Overdrijven van de voor- of nadelen

Het overdrijven van de voor- of nadelen kan twee vormen aannemen:

  • Iemand beschrijft alle voordelen uitvoerig en laat de nadelen weg
  • Iemand negeert de voordelen en beschrijft alle nadelen tot in detail

Hierdoor krijgt de andere partij niet alle informatie die nodig is om een standpunt aan te nemen of te verwerpen.

Voorbeeld: Overdrijven van de voor- of nadelen
Alle buslijnen zouden ook ‘s nachts moeten rijden, want dan is het rooster flexibeler voor reizigers, is er meer werkgelegenheid, en is de reizigersstroom beter verspreid.

Bij dit standpunt zijn de voordelen overdreven (waarschijnlijk hebben nachtelijke bussen amper invloed op de reizigersstroom overdag) en worden de nadelen weggelaten (onregelmatige diensten voor chauffeurs, vaak lege bussen).

Overgeneralisatie of overhaaste generalisatie

Bij een overgeneralisatie of overhaaste generalisatie trekt iemand een conclusie voor een grote groep op basis van één of een paar gevallen. Toevallig of anekdotisch bewijs is geen sterk bewijs om je standpunt te onderbouwen.

Voorbeeld: Overgeneralisatie of overhaaste generalisatie
Ik ben wereldberoemd. Ik werd namelijk een keer herkend in de supermarkt.

Dit is een overgeneralisatie of overhaaste generalisatie, omdat de conclusie “ik ben wereldberoemd” niet volgt uit één keer herkend worden in een supermarkt. De conclusie is dus te voorbarig.

Vals dilemma (false dichotomy)

Bij een vals dilemma worden twee keuzes op zo’n manier gepresenteerd dat er geen andere mogelijkheden lijken te zijn. Hierdoor denkt een toehoorder vaak dat er per se uit een van beide opties moet worden gekozen.

Dit type drogreden wordt ook wel een valse tweedeling, false dichotomy, false binary of false dilemma genoemd.

Voorbeeld: Vals dilemma
Als je het niet eens bent met de nieuwe veiligheidsmaatregelen op luchthavens ben je dus voor terrorisme.

Hier is sprake van een vals dilemma, omdat er maar twee opties worden genoemd, terwijl er veel meer mogelijke standpunten en redenen zijn.

Verkeerde vergelijking

Bij een verkeerde vergelijking worden twee of meerdere dingen met elkaar vergeleken die niets met elkaar te maken hebben of niet met elkaar vergeleken kunnen worden.

Voorbeeld: Verkeerde vergelijking
Ik vind dat je je dochter gewoon in haar eentje naar IJsland moet laten gaan. Ze mag toch ook alleen naar het centrum fietsen?

Dit is een verkeerde vergelijking, omdat “je dochter naar IJsland laten gaan” en “je dochter alleen naar het centrum laten fietsen” niet op een logische manier vergeleken kunnen worden. De reis naar IJsland is een veel grotere en gevaarlijkere onderneming dan een kort fietstochtje in een bekende omgeving.

Vertekenen van het standpunt

Bij het vertekenen van het standpunt wordt iemand woorden in de mond gelegd die diegene niet heeft gezegd of niet bedoelde. Vaak wordt het standpunt hiermee sterk overdreven of uit zijn verband gerukt.

Voorbeeld: Vertekenen van het standpunt
Persoon 1: Ik vind kinderen soms erg luidruchtig.

Persoon 2: Dus jij haat alle kinderen!

Dit is een vertekening van het standpunt, omdat persoon 1 alleen heeft aangegeven dat kinderen soms luid zijn. Dit betekent niet automatisch dat diegene kinderen haat, zoals persoon 2 aangeeft.

Overige drogredenen

Naast deze 12 meest bekende drogredenen zijn er nog andere drogredenen die je kunt leren herkennen en voorkomen. In de meeste gevallen zijn deze bekender onder hun Latijnse of Engelse naam:

Argumentum ad baculum

Argumentum ad baculum is een drogreden waarbij iemand zijn gelijk probeert te krijgen door te dreigen met negatieve gevolgen als het standpunt niet geaccepteerd wordt. Deze drogreden wordt ook wel het argument van de stok genoemd.

Deze redenering is niet altijd een drogreden. In sommige gevallen doet het negatieve gevolg wel ter zake. In veel gevallen overlapt ad baculum met ad populum (argument van de meerderheid, populistische drogreden), omdat toehoorders daar bang zijn niet bij de groep te horen als ze het niet eens zijn met het standpunt.

Voorbeeld: Argumentum ad baculum als drogreden
Als jij niet meegaat in dit plan, ben je ontslagen.

In dit geval is het een drogreden, omdat er gedreigd wordt met iets dat geen verband zou moeten houden met het standpunt.

Beroep op traditie

Een beroep op traditie (of argumentum ad antiquitatem, beroep op ouderdom) is een drogreden waarbij iets wordt gerechtvaardigd omdat het al lang bestaat of altijd al zo gedaan werd.

Voorbeeld: Beroep op traditie
We gaan het nieuwe systeem niet testen, omdat we ons orderproces altijd met de hand hebben gedaan en dat heeft nooit problemen gegeven.

Dit is een drogreden, omdat resultaten uit het verleden geen garantie bieden voor het heden. Bovendien kunnen er inmiddels betere systemen zijn ontwikkeld.

Bewijs van afwezigheid

Het bewijs van afwezigheid wordt ook wel argumentum ad ignorantiam of het argument van de onwetendheid genoemd. Deze drogreden wordt vaak gezien als een variant op een non sequitur-redenering, omdat ook hier sprake is van een verkeerde conclusie.

De drogreden kent twee vormen:

  • Iets wordt voor waar aangenomen, omdat er geen bewijs is dat het niet waar is.
  • Iets wordt voor onwaar aangenomen, omdat er geen bewijs is dat het wel waar is.

De enige context waarbinnen afwezigheid van bewijs geen drogreden is, is bij rechtszaken. Iemand is onschuldig totdat het tegendeel is bewezen (onschuldpresumptie).

Voorbeeld: Bewijs van afwezigheid
Ik heb Sems auto nog nooit gezien, dus hij heeft geen auto.

Dit is een drogreden, omdat Sem wel degelijk een auto kan hebben. Het feit dat iemand deze nog nooit gezien heeft betekent niet dat de auto er niet is.

Hellend vlak (slippery slope)

Een hellend vlak of slippery slope is een drogreden waarbij wordt beargumenteerd dat één (gematigde) keuze leidt tot een kettingreactie aan veel ergere keuzes of gevolgen.

Voorbeeld: Hellend vlak (slippery slope)
Als we de leeftijdsgrens voor alcohol nu verhogen naar 18 jaar, mogen we straks pas alcohol drinken als we 30 zijn!

Er is geen reden om aan te nemen dat een verhoging van de alcoholleeftijdsgrens naar 18 jaar ertoe zal leiden dat er nog een verhoging plaatsvindt naar 30 jaar.

Non sequitur (“het volgt er niet uit”)

Als een argument non sequitur is, wordt een conclusie gegeven die niet logisch volgt uit de argumenten. Ook als de conclusie wel juist is, is de redenering alsnog onjuist, omdat het argument niet klopt.

Voorbeeld: Non sequitur
Het meest bekende voorbeeld is de volgende structuur:

  1. Als A waar is, dan is B waar
  2. B is waar
  3. Dus A is waar
  1. Als ik bij de supermarkt werk, heb ik een baan
  2. Ik heb een baan
  3. Dus ik werk bij de supermarkt

Dit is een foute redenering, omdat deze precies andersom hoort te werken: je kunt alleen afleiden of B waar is als A waar is, maar andersom mag het niet. Iemand die een baan heeft, hoeft niet per se bij een supermarkt te werken.

Pathetic fallacy

In de wetenschap is er sprake van een pathetic fallacy als iemand menselijke eigenschappen of emotie toedicht aan een niet-menselijk iets (zoals een dier of voorwerp) om de ander te overtuigen van een standpunt of argument (op basis van emotie).

Voorbeeld: Pathetic fallacy
Moeder aarde huilt om het afval op straat en de lucht stikt door alle CO2-uitstoot.

De aarde kan niet huilen en de lucht kan niet stikken, dus er is sprake van een pathetic fallacy. In de wetenschap is het belangrijk om dingen op een objectieve en correcte manier te beschrijven. In een informeler betoog, toespraak of gedicht kan een pathetic fallacy eerder als stijlfiguur worden gezien.

Red herring (rode haring)

Een red herring of rode haring is in de retorica een drogreden waarmee iemand probeert een discussie te winnen door het daadwerkelijke onderwerp te vermijden en over iets anders te beginnen. Iemand kan ook over een verwant onderwerp beginnen.

Dit type drogreden kan onbewust worden gebruikt (bijvoorbeeld in alledaagse gesprekken), maar ook bewust (bijvoorbeeld in een rechtszaak).

Voorbeeld: Red herring (rode haring)
In plaats van te antwoorden op een vraag over de aanpak van de coronacrisis, begint de minister over de aanpak van de klimaatcrisis (waarvoor iemand anders verantwoordelijk is).

Dit is een red herring, omdat de klimaatcrisisaanpak niet het onderwerp van de vraag is. Door over dit andere onderwerp te beginnen, wordt de aandacht afgeleid van de coronacrisis.

Reductio ad absurdum

Een reductio ad absurdum (bewijs uit het ongerijmde) is een drogreden waarbij iemand een standpunt probeert te rechtvaardigen door aan te tonen dat het omgekeerde tot iets bizars of tegenstrijdigs zou leiden.

Hierbij wordt soms vergeten dat iets wat op het eerste gezicht onwaarschijnlijk lijkt niet onwaar hoeft te zijn.

Voorbeeld: Reductio ad absurdum
De aarde is plat, want als de aarde rond zou zijn, zouden mensen eraf vallen.

Door te zeggen dat mensen zouden vallen als de aarde rond zou zijn, wordt een absurde waarheid gepresenteerd. Er wordt geen rekening gehouden met aanvullende informatie die de absurditeit uitlegt. In dit geval vallen mensen niet als de aarde rond is vanwege zwaartekracht.

Stropop (straw man fallacy)

Bij de stropop-redenering (ook wel straw man fallacy genoemd) probeert iemand niet het echte standpunt van de tegenstander te weerleggen, maar een sterk overdreven of verdraaide versie daarvan.

Deze drogreden lijkt sterk op het vertekenen van het standpunt, maar in dit geval reageert iemand niet door de ander woorden in de mond te leggen, maar door een heel ander standpunt te weerleggen. Hiermee wordt een “stropop” aangevallen in plaats van het daadwerkelijke standpunt.

Voorbeeld: Stropop-redenering (straw man fallacy)
Persoon 1: We moeten de alcoholleeftijdsgrens verlagen.

Persoon 2: Nee, een maatschappij zonder een drugsbeleid eindigt in chaos.

Hier is sprake van een stropop-redenering, omdat persoon 1 nooit heeft gezegd dat er helemaal geen drugsbeleid zou moeten zijn. Persoon 2 valt dus een heel ander standpunt aan, namelijk “we moeten een maatschappij zonder drugsbeleid worden” en dit standpunt gaat veel verder dan het verlagen van de leeftijdsgrens voor de aanschaf van alcohol.

Sunk cost fallacy (verzonken kosten)

De sunk cost fallacy (ook wel verzonken kosten genoemd) is de neiging van mensen om door te gaan met een bezigheid of actie, zelfs als het voordeliger zou zijn om op te geven. Dit doen ze omdat ze hun tijd, energie of andere middelen hebben geïnvesteerd en het gevoel hebben dat het voor niets zou zijn geweest als ze stoppen.

Voorbeeld: Sunk cost fallacy (verzonken kosten)
Een werknemer voelt zich niet gelukkig in haar baan en komt erachter dat ze liever een ander carrièrepad zou bewandelen. Ze besluit echter toch bij haar baan te blijven omdat ze al een studie en verschillende cursussen heeft gevolgd om deze functie te bemachtigen.

Tu quoque (jij-ook of jij-bak)

Een tu quoque-redenering (ook wel jij-ook of jij-bak genoemd) treedt op als iemand een standpunt of aanval beantwoordt met een jij-ook-reactie. Hierbij wordt niet het standpunt of een argument aangevallen, maar de persoon zelf (ad hominem).

De tu quoque-redenering komt vaak voor in informele gesprekken of politieke debatten.

Voorbeeld: Tu quoque (jij-bak)
Persoon 1: Door jouw toedoen is de werkloosheid met 5% toegenomen.

Persoon 2: Ja, maar jij hebt niet genoeg geïnvesteerd in de bouw van nieuwe huizen.

In dit geval is er sprake van een tu quoque-redenering, omdat de reactie van persoon 2 niets te maken heeft met het standpunt van persoon 1. Persoon 2 valt niet het standpunt aan, maar de persoon.

Wie zwijgt, stemt toe

Bij het spreekwoord “wie zwijgt, stemt toe” wordt waarschijnlijk niet direct aan een drogreden gedacht. Toch is dit wel het geval, want zwijgen betekent niet altijd dat iemand het eens is met een standpunt. Er kunnen andere redenen zijn om niets te zeggen, bijvoorbeeld woede vanwege het absurde standpunt.

Een andere benaming voor deze drogreden is argumentum ex silentio.

Voorbeeld: Wie zwijgt, stemt toe
Toen ik Pascalle vroeg of ze plagiaat had gepleegd, zweeg ze, dus ze heeft plagiaat gepleegd.

Dit is een drogreden, omdat er andere redenen kunnen zijn voor het zwijgen. Zo kan Pascalle geschrokken zijn van de beschuldiging, waardoor ze niet direct wist hoe ze moest reageren.

Drogredenen oefenen: quiz

 

Citeer dit Scribbr-artikel

Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.

Merkus, J. (2023, 15 juni). Soorten drogredenen | Betekenis, Voorbeelden & Oefenen. Scribbr. Geraadpleegd op 26 maart 2024, van https://www.scribbr.nl/retorica/drogredenen/

Wat vind jij van dit artikel?
Julia Merkus

Julia heeft onder andere een bachelor in Nederlandse Taal en Cultuur en twee masters in Linguistics en Taal- en Spraakpathologie. Na enkele jaren als editor, onderzoeker en docent schrijft ze nu artikelen over scripties, taalkunde, methodologie en statistiek om studenten te helpen.