Gepubliceerd op
9 november 2022
door
Kassiani Nikolopoulou.
Bijgewerkt op
23 januari 2023.
Een aselecte steekproef (probability sampling) is een steekproefmethode waarbij je willekeurig een steekproef selecteert. Deze methode wordt ook wel de kanssteekproef, willekeurige selectie of random sampling genoemd.
Om willekeurig te zijn, moet elke onderzoekseenheid (e.g., een persoon, bedrijf of organisatie in je populatie) een gelijke kans hebben om geselecteerd te worden. Dit gebeurt meestal via een willekeurig selectieproces, zoals een loting.
TipZorg ervoor dat je leden uit de doelpopulatie een naam of nummer geeft om een nauwkeurige randomisatie (willekeurige toewijzing) te garanderen.
Gepubliceerd op
16 oktober 2022
door
Kassiani Nikolopoulou.
Bijgewerkt op
25 april 2023.
Generaliseerbaarheid (generalizability) is de mate waarin je de resultaten van je onderzoek kunt toepassen op een bredere context (i.e., je resultaten zijn dan te generaliseren).
Onderzoeksresultaten worden beschouwd als generaliseerbaar als de bevindingen kunnen worden toegepast op de breedste context, de meeste mensen, het grootste deel van de tijd.
Voorbeeld: GeneraliseerbaarheidStel dat je de winkelgewoonten van mensen in je stad wilt onderzoeken. Je staat bij de ingang van een dure winkelstraat en vraagt willekeurig aan voorbijgangers of zij een paar vragen voor je enquête willen beantwoorden.
Zijn de mensen die meedoen aan je enquête een goede representatie van alle mensen in je stad? Waarschijnlijk niet. Dit betekent dat je onderzoek niet als generaliseerbaar kan worden beschouwd.
Generaliseerbaarheid wordt bepaald door hoe representatief je steekproef is voor de doelpopulatie. Dit staat ook wel bekend als de externe validiteit van je onderzoek.
Criteriumvaliditeit (criterion validity) evalueert hoe nauwkeurig een test het resultaat meet waarvoor de test ontworpen is. Een resultaat kan bijvoorbeeld een ziekte, gedrag of prestatie zijn. Er zijn twee soorten criteriumvaliditeit:
Concurrente validiteitmeet jouw test en de criteriumvariabelen in het heden;
Predictieve validiteitmeet deze in de toekomst.
Om criteriumvaliditeit vast te stellen, moet je je testresultaten vergelijken met criteriumvariabelen. Criteriumvariabelen zijn metingen die vaak de “gouden standaard” worden genoemd. Deze variabelen omvatten andere tests die algemeen aanvaard zijn als valide metingen van een construct.
Als je test overeenkomt met het criteriumvariabele, heeft deze een hoge criteriumvaliditeit. Criteriumvariabelen kunnen echter lastig te vinden zijn.
Voorbeeld: CriteriumvaliditeitJe wilt weten of een toelatingsexamen voor een universiteit toekomstige academische prestaties kan voorspellen. Het gemiddelde tentamencijfer van het eerste semester kan dienen als criteriumvariabele, omdat dit cijfer een geaccepteerde maatstaf is voor academische prestaties.
Je kunt de cijfers van 100 studenten op het toelatingsexamen vergelijken met hun gemiddelde na één semester op de universiteit. Als de scores van de twee tests met elkaar correleren, dan heeft het toelatingsexamen van de universiteit criteriumvaliditeit.
Soorten validiteitCriteriumvaliditeit is één van de vier soorten validiteit die van belang zijn voor meetinstrumenten. De overige drie zijn:
Constructvaliditeit (construct validity): Meet het onderzoeksinstrument daadwerkelijk het begrip dat het moet meten?
Indruksvaliditeit (face validity): Lijkt de inhoud van het meetinstrument geschikt (relevant) voor je onderzoeksdoel?
Inhoudsvaliditeit (content validity): Is het onderzoeksinstrument volledig representatief voor het te meten begrip?
Gepubliceerd op
6 oktober 2022
door
Kassiani Nikolopoulou.
Bijgewerkt op
28 oktober 2022.
Inhoudsvaliditeit (content validity) evalueert in welke mate een meetinstrument alle relevante aspecten van het te meten construct dekt. Dit type validiteit meet of een onderzoeksinstrument volledig representatief is voor het te meten construct.
Een construct is hier een theoretisch concept, begrip, thema of idee. Het is meestal een concept dat niet direct kan worden gemeten.
Voorbeeld: InhoudsvaliditeitEen schriftelijk examen toetst of de participanten over voldoende theoretische kennis beschikken om een rijbewijs te halen. Het examen heeft een hoge inhoudsvaliditeit als de gestelde vragen elk mogelijk onderwerp in de cursus met betrekking tot verkeersregels behandelen. Tegelijkertijd moet het examen ook alle andere vragen uitsluiten die niet relevant zijn om je rijbewijs te halen.Soorten validiteitInhoudsvaliditeit is één van de vier soorten validiteit die van belang zijn voor meetinstrumenten. De overige drie zijn:
Constructvaliditeit (construct validity): Meet het onderzoeksinstrument daadwerkelijk het begrip dat het moet meten?
Indruksvaliditeit (face validity): Lijkt de inhoud van het meetinstrument geschikt (relevant) voor je onderzoeksdoel?
Criteriumvaliditeit (criterion validity): Komen de resultaten van jouw onderzoeksinstrument overeen met die van andere, gevalideerde instrumenten?
Constructvaliditeit en inhoudsvaliditeit vormen samen de betekenisvaliditeit.