Voorbeeld theoretisch kader van een scriptie

In dit artikel is een voorbeeld van een theoretisch kader uitgeschreven.

Je theoretisch kader beschrijft welke begrippen, definities, theorieën en modellen er bestaan met betrekking tot je onderzoeksonderwerp en beantwoordt je beschrijvende deelvragen. Het theoretisch kader vormt de wetenschappelijk basis voor de rest van je scriptie.

Een sterk theoretisch kader geeft je onderzoek richting en relevantie. Ook wijst het verbanden tussen concepten uit. Een theoretisch kader is meestal gebaseerd op literatuuronderzoek. Je plaatst het kader na je inleiding en voor je methodologie.

Als je meer wilt weten over het doel, de inhoud en de structuur van een theoretisch kader, kun je eerst ons uitgebreide artikel over een theoretisch kader in je scriptie bekijken.

Voorbeeld probleemstelling en onderzoeksvragen

Je theoretisch kader is gebaseerd op:

Om ons voorbeeld van een theoretisch kader duidelijk te maken, stellen we eerst de probleemstelling en onderzoeksvragen op.

Voorbeeld: Probleemstelling en onderzoeksvragen

Boetiek Olivia’s Store kampt met het probleem dat veel webwinkelklanten niet terugkeren voor een volgende aankoop. De directie wil de klantloyaliteit graag verhogen en heeft het idee dat de klanttevredenheid hierop van invloed is.

Om dit probleem te onderzoeken heb je de volgende probleemstelling, doelstelling en deelvragen opgesteld:

Probleemstelling: Veel webwinkelklanten keren niet terug voor een vervolgaankoop.

Doelstelling: De klantloyaliteit verhogen om zodoende meer omzet te genereren.

Hoofdvraag: ‘Hoe kan de klanttevredenheid van online klanten van Olivia’s Store worden verbeterd om de klantloyaliteit verhogen?’

Deelvragen:

  1. ‘Wat is het verband tussen klantloyaliteit en klanttevredenheid?’
  2. ‘Hoe tevreden en loyaal zijn de online klanten van Olivia’s Store op dit moment?’
  3. ‘Welke factoren zijn van invloed op de klanttevredenheid en klantloyaliteit van de online klanten van Olivia’s Store?’

    De begrippen ‘klantloyaliteit’ en ‘klanttevredenheid’ spelen een grote rol in het onderzoek en moeten bovendien worden gemeten. Dit zijn daarom de kernbegrippen die in het theoretisch kader worden afgebakend. Ook moeten er verbanden tussen de twee begrippen worden gelegd.

    Voorkom plagiaat en doe de gratis plagiaatcheck.

    Start gratis check

    Voorbeeld theoretisch kader

    Hieronder volgt een (vereenvoudigd) voorbeeld van de manier waarop je definities en theorieën uit de literatuur kunt beschrijven en vergelijken. We selecteren hierbij het begrip ‘klanttevredenheid’.

    Let op
    Uiteraard mogen de begrippen diepgaander worden geanalyseerd en kunnen meer definities met elkaar worden vergeleken. Ook mag je de theorie/ideeën van auteurs uitvoeriger beschrijven en meerdere modellen per begrip bespreken.
    Voorbeeld: Theoretisch kader

    2.1 Klanttevredenheid

    Thomassen (2003, p. 69) definieert klanttevredenheid als volgt: “de beleving van de klant als gevolg van het bewust of onbewust vergelijken van zijn ervaringen met zijn verwachtingen”. Kotler en Keller (2008, p. 80) bouwen hierop voort en stellen dat klanttevredenheid wordt bepaald door “de mate waarin iemand gelukkig of teleurgesteld is met de waargenomen prestaties van een product, gerelateerd aan zijn of haar verwachtingen”. Prestaties die minder zijn dan de verwachtingen zorgen voor een ontevreden klant, terwijl prestaties die aan de verwachtingen voldoen tevreden klanten opleveren. Overtreffende verwachtingen leiden tot een “zeer tevreden of zelfs aangenaam verraste klant” (Kotler & Keller, 2003, p. 80).

    De definitie van Zeithaml en Bitner (2003, p. 86) wijkt iets af van die van Thomassen: “Satisfaction is the consumer fulfilment response. It is a judgement that a product or service feature, or the product of service itself, provides a pleasurable level of consumption-related fulfilment.” De nadruk ligt bij Zeithaml en Bitner dus op het verkrijgen van een bepaalde voldoening die gerelateerd is aan kopen.

    In dit onderzoek wordt de definitie van Thomassen gehanteerd, omdat beleving hierin centraal staat. Dit past goed bij het aanbod van boetiek Olivia’s Store, dat tot het luxesegment behoort. Hoewel Zeithaml en Bitner net als Thomassen stellen dat klanttevredenheid een reactie is op de verkregen ervaring en gericht is op een bepaalde voldoening, wordt in hun definitie geen onderscheid gemaakt tussen bewust en onbewust vergelijken. Boetiek Olivia’s Store stelt in haar missie (zie hoofdstuk 1) dat zij niet alleen een product wil verkopen, maar ook een gevoel. Hierbij zal onbewuste vergelijking ook een belangrijke rol spelen. De definitie van Thomassen heeft daarom een betere aansluiting bij het onderzoek.

    Klanttevredenheidsmodel Thomassen

    Volgens Thomassen zijn zowel de zogenaamde waardepropositie als diverse beïnvloedingsaspecten van invloed op de uiteindelijke klanttevredenheid. In zijn klanttevredenheidsmodel (fig. 1) toont hij dat mond-tot-mondreclame, persoonlijke behoeften, ervaringen in het verleden en marketing en public relations de wensen en verwachtingen van klanten bepalen. Deze worden afgezet tegen de ervaringen. De vergelijking tussen de verwachtingen en ervaringen bepaalt in hoeverre een klant tevreden is. In dit onderzoek is het model van Thomassen van belang, omdat hiermee inzichtelijk kan worden gemaakt in hoeverre de klanten van boetiek Olivia’s Store tevreden zijn en op welke gebieden het beter kan.

    Klanttevredenheidsmodel Thomassen

    Fig. 1: Het ontstaan van klanttevredenheid (Thomassen, 2007, p.30).

    Standaardzinnen voor theoretisch kader

    Voor het beschrijven en vergelijken van alle literatuur bestaan handige standaardzinnen.

    1. Vorige studies hebben aangetoond dat…
    2. Verschillende studies (Smith, 1988; Driessen, 2007) hebben geschreven over…
    3. Onderzoek (Smith, 1988; Driessen, 2007) naar X toont het belang aan van…
    4. In een eerder onderzoek (Smith, 1988) waarin X en Y vergeleken werden is aangetoond dat…
    5. Onderzoek zoals verricht door Smith (1988) heeft aangetoond dat…

    Meer standaardzinnen »

    1. Recent evidence suggests that …
    2. Previous studies (Smith, 1988; Driessen, 2007) have reported …
    3. Studies (Smith, 1988; Driessen, 2007) of X show the importance of …
    4. Previous research (Smith, 1988) comparing X and Y has found …
    5. Surveys such as that conducted by Smith (1988) showed that …

    Meer standaardzinnen »

    Veelgestelde vragen

    Hoe maak ik onderscheid tussen welke informatie thuishoort in de inleiding en welke in het theoretisch kader?

    In je inleiding geef je algemene informatie over je onderwerp en baken je je onderwerp af zodat je lezer weet waar je onderzoek over gaat. Met die informatie beschrijf je jouw doelstelling, probleemstelling en presenteer je de hoofdvraag en deelvragen van je scriptie.

    In je theoretisch kader geef je antwoord op de beschrijvende deelvragen die je hebt geformuleerd en ga je dieper in op de begripsdefinities die je gebruikt, zodat je lezer nog beter begrijpt wat jouw resultaten en conclusie uiteindelijk betekenen en waar deze precies betrekking op hebben.

    Mag ik in mijn theoretisch kader ook definities en modellen beschrijven die ik niet gebruik?

    Ja, als deze definities en modellen relevant zijn voor je onderwerp en het van belang is dat je uitlegt waarom je deze niet gebruikt, kun je deze definities en modellen ook in je theoretisch kader beschrijven.

    Je toont hiermee aan dat je op de hoogte bent van verschillende definities en modellen en dat je bewust kiest voor andere definities en modellen die beter passen bij jouw onderzoek.

    Naar hoeveel verschillende auteurs moet ik verwijzen in mijn theoretisch kader?

    Naar hoeveel verschillende auteurs je verwijst in je theoretisch kader is afhankelijk van de beschikbare literatuur over jouw onderwerp. Houd er hierbij ook rekening mee dat de meeste studies van je verlangen dat je recente bronnen gebruikt, oftewel bronnen die niet ouder zijn dan 10 jaar. Het is vooral van belang dat je studies gebruikt die relevant zijn voor jouw onderwerp en bijdragen aan de wetenschappelijke onderbouwing van jouw onderzoek.

    Is het theoretisch kader van een PvA hetzelfde als van een scriptie?

    Ja en nee. In het theoretisch kader van je plan van aanpak ga je in op de belangrijkste begrippen, theorieën en modellen die met je onderwerp te maken hebben. Je legt hierbij uit wat deze inhouden en gaat daarna vooral in op waarom deze voor jouw onderzoek relevant zijn (welke deelvraag je hiermee kunt beantwoorden bijvoorbeeld).

    Je geeft in het theoretisch kader van je PvA nog geen antwoord op beschrijvende deelvragen, terwijl je dit in je scriptie wel doet.

    Citeer dit Scribbr-artikel

    Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.

    Krul, A. & Scharwächter, V. (2023, 21 februari). Voorbeeld theoretisch kader van een scriptie. Scribbr. Geraadpleegd op 25 maart 2024, van https://www.scribbr.nl/scriptie-structuur/voorbeeld-theoretisch-kader/

    Wat vind jij van dit artikel?
    Annelien Krul

    Annelien is kunsthistorica met een grote liefde voor taal. Ze heeft een eigen redactiebureau en werkt daarnaast met veel plezier voor Scribbr om studenten met hun scriptie te helpen.