Samenvatting Leidraad voor juridische auteurs | Overzicht

In dit artikel worden de nieuwste richtlijnen uit de Leidraad voor juridische auteurs (2022) besproken. Voor de verouderde richtlijnen klik hier (2019) of hier (2016).

De Leidraad voor juridische auteurs (Juridische Leidraad) wordt uitgegeven door Wolters Kluwer en is opgesteld voor auteurs, redacties van boeken en tijdschriften, en studenten en academici. De richtlijnen zorgen voor consistente, volledige verwijzingen en voor een leesbare hoofdtekst.

Het verwijssysteem van de Juridische Leidraad kent twee soorten verwijzingen:

Verkorte verwijzingen (voetnoot)

De basis

In de hoofdtekst worden in superscript (1) nootnummers toegevoegd die overeenkomen met de voetnootnummers onderaan de pagina. Hierdoor wordt de hoofdtekst nauwelijks onderbroken en blijft de tekst goed leesbaar.

Verwijzingen naar literatuur

Het format voor een voetnoot is niet hetzelfde voor alle soorten literatuur. Zo bestaat het format voor een boek of tijdschrift alleen uit de auteursnamen, het publicatiejaar en eventueel een paginanummer, terwijl je bij een verwijzing naar een website de titel tussen enkele aanhalingstekens plaatst, gevolgd door het verkorte webadres.

  • Boek: Reid & Baldé 2020, p. 56.
  • Tijdschrift: Sirbu, Miron & Fekkes 2021.
  • Website: ‘Altijd de juiste komma’s in elke tekst’, scribbr.nl.
Bekijk ook onze uitgebreide artikelen over voetnoten en nootnummers, verwijzingen naar (bijdragen uit) boeken of bundels, tijdschriften, online bronnen of overige bronnen.

Verwijzingen naar jurisprudentie

Voor jurisprudentie is de verwijzing uitgebreider, omdat jurisprudentie niet wordt opgenomen in de literatuurlijst. Je vermeldt de afkorting van de instantie, de datum en een ECLI.

  • ABRvS 1 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2960.

Aangezien de verwijzingen naar jurisprudentie al volledig zijn, hoef je geen aparte jurisprudentielijst op te nemen. Soms hanteren onderwijsinstellingen echter andere richtlijnen. In dat geval raden we je aan deze richtlijnen te volgen en een aparte lijst toe te voegen.

Bekijk voor meer informatie ons uitgebreide artikel over verwijzingen naar jurisprudentie met of zonder ECLI en Europese en andere internationale organisaties.

Verwijzingen naar wetten en regelingen

Ook regelingen, wetten en parlementaire stukken worden vaak opgenomen in een voetnoot, maar nooit in de literatuurlijst. Je hoeft geen voetnoten te gebruiken voor bekende regelingen als de kans groot is dat het lezerspubliek de regeling kent.

  • Regeling: Stb. 2021, 184.
  • Kamerstuk: Kamerstukken II 2019/20, 35526, nr. 3, p. 28.
Bekijk voor meer informatie onze uitgebreide artikelen over voetnoten en nootnummers, regelingen en wetten en parlementaire stukken.

Lees waarom zo veel studenten Scribbr inschakelen

Ontdek nakijken op taal

Volledige bronvermeldingen (literatuurlijst)

De basis

Iedere bronvermelding in de literatuurlijst (ook wel lemma genoemd) bestaat uit twee delen: de verkorte verwijzing zoals in de voetnoot (maar nu dikgedrukt en zonder afsluitende punt) en alle noodzakelijke bibliografische gegevens om de bron te kunnen vinden.

Ook het format voor een bronvermelding is afhankelijk van het type bron.

  • Boek
    Snijders & Castermans 2021
    G. Snijders & A.G. Castermans, De gelede normstelling in het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht (VASR, deel 5), Deventer: Wolters Kluwer 2021.
  • Bijdrage uit boek
    Beke 2021, p. 33
    K. Beke, ‘De WHOA vanuit het perspectief van een financieel adviseur’, in: L.J.J. Kerstens e.a. (red.), Wet Homologatie Onderhands Akkoord, Deventer: Wolters Kluwer 2021.
  • Tijdschrift
    Royakkers, Hamer & Van Est 2020
    L.M.M. Royakkers, J. Hamer & Q.C.R. van Est, ‘Onder de schaduw van cyberoorlog. Oplossingsrichtingen voor de de-escalatie van het cyberconflict’, NJB 2020/1640, afl. 26, p. 1857-1865.

Welke bronnen neem je op in de literatuurlijst?

In de literatuurlijst neem je alle bronvermeldingen op voor de literatuur waarnaar je hebt verwezen in de hoofdtekst. Verwijzingen naar regelgeving of jurisprudentie worden niet opgenomen in de literatuurlijst. Eventueel kun je een aparte jurisprudentielijst toevoegen die je na de literatuurlijst plaatst. Verwijzingen naar websites neem je in geen enkele lijst op.

Alfabetisering van de literatuurlijst

Je sorteert de bronvermeldingen op alfabetische volgorde op basis van de dikgedrukte verkorte verwijzing. Ook bronvermeldingen zonder auteur (bijvoorbeeld alleen met titel) worden meegenomen in de alfabetische rangschikking. Je laat persoonlijke titels (zoals prof. of mr.) weg.

Bekijk ook ons uitgebreide artikel over de literatuurlijst en de alfabetisering van bronnen.

Verschillen tussen de Juridische Leidraad 2019 en 2022

In 2022 werd de nieuwste versie van de Leidraad voor Juridische auteurs uitgegeven. Deze bevat enkele wijzigingen ten opzichte van de uitgave uit 2019. Voor alle andere zaken zijn de richtlijnen hetzelfde gebleven.

Verkorte verwijzing voor tijdschriften

In de versie uit 2019 werd onderscheid gemaakt tussen de verkorte verwijzing naar een boek of tijdschrift. Zo werden bij een tijdschrift niet alleen de auteursnaam en het jaartal genoteerd, maar ook de vindplaats. In de versie uit 2022 wordt aanbevolen die vindplaats weg te laten.

Verkorte verwijzingen 2019

  • Boek: Reid & Baldé 2020, p. 56.
  • Tijdschrift: Sirbu, Miron & Fekkes, NJB 2021/146.

Verkorte verwijzingen 2022

  • Boek: Reid & Baldé 2020, p. 56.
  • Tijdschrift: Sirbu, Miron & Fekkes 2021.

Verschillen tussen de Juridische Leidraad 2016 en 2019

In 2019 werd een nieuwe versie van de Leidraad voor juridische auteurs uitgegeven. Deze bevat enkele wijzigingen ten opzichte van de uitgave uit 2016. Voor alle andere zaken zijn de richtlijnen hetzelfde gebleven.

Voorkeur voor verkort verwijzen in voetnoten

In de editie uit 2019 wordt een sterke voorkeur uitgesproken voor verkort verwijzen in voetnoten en uitgebreid verwijzen in de literatuurlijst. In de vorige editie werd in veel gevallen ook een uitgebreide verwijzing in de voetnoot voorgeschreven.

Bekijk ook ons uitgebreide artikel over voetnoten en nootnummers.

Meer aandacht voor de dominante rol van het internet

In de editie uit 2019 wordt meer aandacht besteed aan de opkomst van online bronnen die openbaar en gratis toegankelijk zijn (open access).

De toevoeging ‘online’ wordt nu aan bijna geen enkele bronvermelding meer toegevoegd, behalve aan frequent geactualiseerde internetbronnen. Deze veranderen namelijk vaak na publicatie, waardoor een verschil kan ontstaan met de papieren versie. Voor andere, meer stabiele online bronnen (zoals tijdschriften) gebruik je het standaard format voor de gedrukte versie.

Bekijk ook ons uitgebreide artikel over stabiele online bronnen, frequent geactualiseerde bronnen en websites.

Cosmetische aanpassingen

Verder zijn enkele kleine wijzigingen doorgevoerd die hier kort worden opgesomd:

  • ‘Algemene maatregel van bestuur’ wordt afgekort tot ‘ambv’ zonder hoofdletters.
  • De woorden ‘gerechtshof’, ‘rechtbank’, ‘kantonrechter’, ‘provincie’ en ‘gemeente’ worden niet meer met een hoofdletter geschreven, ook niet als ze gevolgd worden door een plaatsnaam.
  • In verwijzingen naar interviews komt de naam van de geïnterviewde voorop te staan, omdat vaak de woorden van de geïnterviewde worden geciteerd (en niet die van de interviewer).
Bekijk ook onze artikelen over Kamerstukken en Handelingen, hoofdlettergebruik en het gebruik van afkortingen.

Hoeveel fouten bevat jouw scriptie?

De taalexperts van Scribbr verbeteren gemiddeld 150 fouten per 1000 woorden. Benieuwd wat er precies wordt verbeterd? Verschuif de cursor van links naar rechts!

Scriptie nakijken op taal

Veelgestelde vragen

Welke bronnen moet ik volgens de Juridische Leidraad opnemen in de literatuurlijst?

Volgens de Leidraad voor juridische auteurs neem je alleen bronvermeldingen op voor boeken, tijdschriften en online bronnen. De literatuurlijst bevat geen bronvermeldingen voor wet- en regelgeving en jurisprudentie.

Wat is het format voor een bronvermelding volgens de Juridische Leidraad?

Het format voor een bronvermelding hangt af van het type bron (zoals een boek, tijdschrift of online bron). Een bronvermelding in de literatuurlijst bestaat in ieder geval altijd uit:

  • een lemma (herhaling van de verkorte verwijzing in de voetnoot: dikgedrukt en zonder punt);
  • een volledige verwijzing (zonder bijzondere opmaak, met afsluitende punt).
Voorbeeld: Bronvermelding boek
De Hullu 2021, p. 34
J. de Hullu, Materieel strafrecht. Over algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid naar Nederlands recht, Deventer: Wolters Kluwer 2021.
Wat is het format voor een voetnoot volgens de Juridische Leidraad?

Het format voor een voetnoot hangt af van het type bron (zoals een boek, tijdschrift, online bron, jurisprudentie of regeling). Een voetnoot is altijd zo kort mogelijk, maar moet wel essentiële informatie bevatten, zodat lezers een bron kunnen opzoeken.

Een voetnoot begint met een hoofdletter, eindigt met een punt, en bevat meestal de auteursnaam, het jaartal en eventueel de vindplaats (zoals de locatie in een tijdschrift) of een specificering (zoals een paginanummer).

Voorbeeld: Literatuur in de voetnoot
  • Bacchus 2021, p. 34.
  • Shevchenko e.a. 2020.
  • Geertsema e.a., NJB 2021/979

In het geval van jurisprudentie is de verwijzing in de voetnoot veel vollediger, omdat de jurisprudentie in de regel niet wordt opgenomen in een lijst.

Voorbeeld: Jurisprudentie in de voetnoot
ABRvS 14 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:786.
Wat zijn de verschillen tussen de Juridische Leidraad 2016 en de Juridische Leidraad 2019?

In 2019 werd een nieuwe editie van de Leidraad voor Juridische auteurs uitgegeven. Deze bevat twee belangrijke wijzigingen ten opzichte van de versie uit 2016:

Je probeert in de voetnoot altijd zo kort mogelijk te verwijzen naar bronnen.
De toevoeging ‘online’ vermeld je alleen nog bij frequent geactualiseerde internetbronnen.

Daarnaast zijn enkele cosmetische aanpassingen gedaan:

  • Bij Kamerstukken en Handelingen wordt het ondernummer voorafgegaan door ‘nr.’.
  • ‘Algemene maatregel van bestuur’ wordt afgekort tot ‘ambv’ (geen hoofdletters).
  • De woorden ‘gerechtshof’, ‘rechtbank’, ‘kantonrechter’, ‘provincie’ en ‘gemeente’ worden niet meer met een hoofdletter geschreven.
  • Als je verwijst naar interviews zet je de naam van de geïnterviewde vooraan.
Wat vind jij van dit artikel?